ünd dessen Flügel umfaszt. Den Sieg hatten wlr sicher in Han den. Die Französischen und Englischen Darstellungen geben dies unumwunden zu. Jeder Offizier im daniaiigen Oberkommando, ieder General in der 1 Armee weisz es, und die Befelile der Armee sprechen es deutlich aus, dasz wir von der Durchfiih- rung unseres Angriffs die Entscheidung erwarteten. Louis Madelin geeft in „La Victoire de la Marne" een beschrij ving van den slag aan de Ourcq, waarin mij de toestand van Manoury minder kritiek voorkomt, dan door von Kuhl aange- geven. Dit werk is echter reeds in '16 uitgegeven en zijn de latere D. gegevens daarin niet verwerkt. Met het gevaar, dat door de overvleugeling van het N. dreigde, is n. m. m. geen rekening gehouden. Aangenomen, dat Manoury beslissend werd geslagen, blijft nog de vraag, hoe zou de gevechtsontwikkeling in het gat tusschen het le&en 2e leger ontstaan en door de D. in den aanvang bezet met de Cav. korpsen 1 en 2, de gemengde brigade von Krawel en de 5e Inf. Divisie zijn verloopen Het is niet mogelijk dit aan te geven. Het verloop zou in hooge mate hebben afgehangen v/d kracht, waarmede het geallieerde leger in deze zone zou zijn opgetre den. In het Mil. Wochenblatt van 20 Dec. 1919 geeft von Kraewel een overzicht v/d verrichtingen van zijn brigade op 8 en 9 Sept. Daaruit blijkt, dat hij den 9den den geheelen dag met zipi brigade ten Z. van Montreuil heeft standgehouden, zonder door de Eng. tot teruggaan te zijn gedwongen. Om 4 uur N. M. kwam de 5e Inf. Divisie ter versterking aanrukken, welke troepen evenwel om 6 u 30 naar het Noorden teruggingen, waarop kurt daarna ook brigade von Kraewel het bevef ontving in die richting af te marcheeren. v. Kraewel eindigt zijne beschouwingen met de verklaring, dat a/d opdrachtde Eng. a/d Marne optehouden, geheel was voldaan, d3t de brigade in vereeniging met de 5e lnf. Div. en de sterke Cav. ook nog den lOen zou kunnen hebben standhouden. Hierbij wijst hij er op, dat deze bewering geen wijsheid achtenaf is, doch gegrond op den goeden toestand zijner troe pen en de houding van de Eng., die toentertijde tactisch nog zeer onvoldoende geschoold waren. De le Armee zou dus tot den lOen 's avonds volle gelegenheid hebben gehad om met het leger van Manoury af te rekenen, zonder dat de kans op ingrijpen van de Eng. bestond. Indien daarna de dekkingstroepen a/d Marne werden terugge worpen, wat volgens v. Kraewel volstrekt niet noodzakelijk be hoefde te zijn, zou dat a/d algemeenen toestand niets meer 48

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 48