De 3de titel, verdeeld in 3 hoofdstn., behelst de vrijwillige ver bintenissen. Hieruit zij vermeld, dat niemand zich kan verbinden dan na overlegging van een certificaat der „grands notables" van zijn dorp, zijn identiteit vaststellend en verklarend, dat hij min stens 20, hoogstens 26 jaar oud, van goed gedrag is en geen lijf- of onteerende straffen ondergaan heeft. Na verstrijken van zijn verband gaat hij naar de reserve over en rekent te dien opzichte te behooren tot de lichting v|h jaar van zijn verbintenis. Verder mag het aantal ongegradueerde vrijwilligers, met meer dan 2 jaar dienst, de helft v|d begrootingssterkte niet overschrijden hier door wordt dus het aantal reëngagementen beperkt. Ten slotte zijn eereambten en betrekkingen bij de verschillende administraties van Cochin-China voorbehouden voor oud-mili tairen, die minstens 4 jaar gediend hebben. De 4de titel bevat strafbepalingen tegen achterblijven bij op roeping, zoowel in vredes- als in oorlogstijd. Ieder, die wegens desertie of mankeeren tot gevangenisstraf veroordeeld is, verbeurt tevens alle voordeelen aan reservisten toegekend (die voordeden Oestaan in zekere rechten ten opzichte v|h dorpsbestuur). Ieder, de zich, na de loting, hetzij tijdelijk dan wel voor goed, ongeschikt maakt voor den mil. dienst, wordt naar den burg. strafrechter verwezen en gestraft met gevangenisstraf van één maand tot één jaar. (Een strafbepaling, die ten onzent zelfs voor vrijwilligers niet bestaat). Notabelen, die zich schuldig hebben gemaakt aan persoonsverwisseling, worden gestraft met een boete van 100-500 francs. Bedrijvers van en medeplichtingen aan fraude, tot resultaat hebbend onttrekking van een inh. aan den mil. dienst, worden verwezen naar de burg. strafrechtbanken en gestraft met gevan genisstraf van een maand tot een jaar. Uit den 5den en laatsten titel, overgangs- en bijzondere bepa lingen, zij vermeld, dat de recruteering van manschappen, benoo- digd voor de „marine locale," geregeld zal worden bij bijzondere beschikkingen. Eigenaardig is, dat de diensttijd voor de dienstplichtingen van Cochin-China, Tonkin-Annam en Cambodja, zoowel als voor de Chineesche dienstplichtigen, verschilt. Zulks is geschied met het oog op den verschillenden trap van geest, en lich. ontwikkeling, welke de militaire opleiding van de ééne bevolkingsgroep langer noodzakelijk maakt dan die van de andere. Ook ten onzent ver schilt de opleidingstijd van Eur., Amb- en Inl recruten. Het zou dan ook een verkeerd beginsel zijn in onze militiewetten ten op zichte v|d diensttijd assimilatie toe te passen. Slot volgt). C. MARKUS. Kapt. Inf. 57

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 57