zij, zegt het Fransche voorschrift, minder in staat om op de juiste
oogenblikken de vuurconcentraties, welke van haar kunnen worden
verlangd, uit te voeren. De inf. kan dus geen partij trekken van het
begeleidingsvuur. Daardoor zal zij op haar eigen vuur moeten
vertrouwen om haar verder voorwaarts gaan mogelijk te maken.
Maar eveneens zal het voorkomen, dat de inf. moet aanvallen
zonder zwaar begeleidend vuur der eigen art. Dan zal de weer
stand grooter zijn en de strijd heviger.
Daardoor komt de inf. weer te staan voor de noodzakelijkheid
om door haar eigen vuur den niet-vernietigden weerstand te over
winnen.
Zooals de „Instruction provisoire sur Ie combat offensif des
petites unité's" zegt, volgen de lessen, die uit de gevechten en
slagen in 1918 kunnen worden geput, o.m. uit de offensieve slagen,
waarin de inf. moest strijden en voorwaarts gaan, slechts gesteund
door zwakke art. of zelfs zonder eenige medewerking van dat
wapen, om den plaatselijken weerstand, die de vijand bood te over
winnen.
Met deze omstandigheid moeten de vormen rekening houden.
Zooals gezegd, was men aan Fr. zijde reeds zeer spoedig, na de
allereerste gevechten in '14, overgegaan tot vergrooting van de
tusschenruimten tusschen de tirailleurs en sanctionneerde men
daarmede in de practijk de opvattingen, welke het gevolg waren
van de ervaringen van den Boerenoorlog en van den R.-Japan.
oorlog, van welke opvattingen de reglementen zich afzijdig hadden
gehouden.
De enorm vermeerderde vuuruitwerking, tengevolge van de ver
betering der vuurwapens en het enorm vermeerderde gebruik van
de autom. vuurwapens, kon natuurlijk niet anders dan de reeds
opgedane ervaring ter zake accentueeren.
Wanneer de omstandigheden dwongen tot het aannemen van
de formatie der tirailleurlinie, hetzij dat het vijandelijk inf.-vuur
noopte tot beantwoorden daarvan, hetzij de groep onder enfilee-
rend vuur werd genomen, werd de tusschenruimte tusschen de
tirailleurs op gemiddeld 5 pas gesteld.
Maar verder werd een geheel nieuw denkbeeld toegepast, n.l.
de oplossing der comp. in min of meer zelfstandige groepen.
Dit denkbeeld vloeide voort uit den eisch om gedurende de na
dering tot den afstand, waarop de inf. zich moest ontwikkelen om
het vijandelijk inf.-vuur te beantwoorden, dus gedurende de pe
riode, dat zij zelf nog niet vuurde, een formatie aan te nemen,
waardoor de uitwerking van het vuur van vijandelijke art. en vlieg
tuigen zooveel mogelijk zou worden gereduceerd.
De sectie bleek een te groote afdeeling om haar in haar geheel
onder art.-vuur te kunnen verplaatsen zij kon van de voordeelen
van het terrein slechts in onvoldoende mate partij trekken en op
open terrein was zij te kwetsbaar. Zij moest worden gesplitst in
6