61
De res. kapt. G. W. Graafhuis levert in „Het ontworpen hoogspannings
luchtnet voor Nederland, beschouwd in verband met onze defensie belangen"
belangrijk commentaar op hetgeen men ten dezen in ons vaderland van
plan is.
Hij geeft op goede gronden de voorkeur aan meerdere kleine kracht
stations boven enkele groote „supercentrales."
De laatste hebben het nadeel van de zeer lange netten, die wat betreft
bedrijfszekerheid buitengewoon nadeelig moeten worden geacht. Als voor
beeld wordt aangehaald de 100 K. M. lange reeds bestaande hoogspannings
lijn tusschen Geertruidenberg (alwaar zulk een centrale is gevestigd) en
Middelburg. Gemiddeld hebben op deze lijn 30 storingen per maand plaats,
zonder dat daarbij nog kwaadwilligheid in het spel is.
Voorts wordt het onmogelijk geacht om de reusachtige belasting van
een door storing afgevallen supercentrale af te wentelen op een andere.
Ten slotte bieden de supercentrales een grooter trefvlak aan een aanval
uit de lucht, terwijl de herstelling van deze oneindig meer tijd vereischen.
Ook in lndiëis men in beginsel besloten tot electrificatie van
spoor- en tramwegen.
De krachtsopwekking is goedkoop; de energie (watervallen) wordt in
groote hoeveelheid kosteloos door de natuur beschikbaar gesteld.
De aanschaffing van de kolen, het dure vervoer daarvan vervalt.
Men is echter gebonden aan bepaalde plaatsen voor wat betreft de
oprichting der krachtstations.
Met het oog op de bedrijfszekerheid van onze vervoerslijnen tijdens
de mobilisatie, concentratie en verdere verplaatsing van het Indische leger
kan nu reeds worden voorspeld, dat wij, zoodra de electrificatie een feit
is gewórden, er niet op vooruit zullen gaan.
De kans op vernieling van baan en kustwerken blijft in beide gevallen
(stoom of electrische kracht) even groot.
Doch bovendien heeft het electrisch bedrijf de volgende nadeelen:
a. Het afvallen van een centrale kan oorzaak zijn, dat de treinenloop in
een bepaald gebied (b. v. naar de streek, waar de vijand zijn landing
verricht) wordt verstoord.
b. Het luchtnet wordt gemakkelijk door kwaadwilligen vernield (eischt
veel bewakingstroepen, zonder dat afdoende bescherming bereikt
wordt).
Moge deze aangelegenheid t. g. t. de ernstige aandacht van het le
gerbestuur hebben!
G.
OVERZICHT VAN EEN1GE BU1TENLANDSCHE
TIJDSCHRIFTEN.
In de 10URNAL OF THE ROYAL UNITED SERVICE INSTITUTION"
(Nov. 20) "trek,t een vergelijking „WALCHEREN AND GAL1POLI" onze
aandacht.
De landing bij Walcheren beoogde de vernietiging van de vijand,
schepen in de Schelde en van de werven, arsenalen, enz. te Antwerpen,
Terneuzen en Vlissingen. Het doel van het Galipoli-avontuur lag daar
entegen geheel op territoriaal en politiek gebied.
Typisch werd ook hier het gebrek aan samenwerking tusschen de
beide voornaamste leden der Entente, Engeland en Frankrijk geïllustreerd.
Het laatste land weigerde ook zelfs maar één divisie aan de landings
expeditie toe te voegen.
Wat ons bijzonder treft, is het enorme aantal zieken gedurende beide
ondernemingen, hoewel „The climates of Walcheren and Galipoli cannot by
anti means be considered bad."