uitgelezen personeel. Dit geldt niet alleen voor degenen, die de toestellen bedienen, doch vooral voor de lijnleggers, die bij nacht en ontij, onder zwaar vijandelijk vuur, over practisch onbegaanbaar terrein er maar steeds weer op uit moesten om de lijnen na te kijken en te herstellen. Daarvoor wordt niet alleen een zeer goed physiek, maar vooral een hoog moreel en een zeer groote mate van plichtsgevoel vereischt. Want de lijnlegger is geheel op zich zelf aangewezen er is niemand om hem te helpen als hij gewond wordt; hij moet maar voor zich zelfzorgen Maar vooral ook, er is niemand die zijn werk in de vuurzone kan controleeren als hij zich ergens veilig in een kuil of iets dergelijks opbergt' wordt dat pas uren later ontdekt, als de storing maar niet opge heven wordt. Dan wordt er een ander de lijn opgestuurd en komt nummer een te goeder tijd terug en zegt, dat hij de fout niet heeft kunnen vinden, dan is daar weinig aan te doen. Men moet dus personeel hebben, waarop men kan vertrouwen. Hoe staat het in dit opzicht met de organisatie van het Indische leger. Van het z. g. dubbelbedrijf, d. w. z. het gelijktijdig telegrafeeren en telefoneeren langs eenzelfde lijn, was reeds vóór den oorlog dooi de meeste oorlogvoerende landen afgezien, omdat het zijn practische bruikbaarheid nooit heeft kunnen bewijzen.. Wel is vooral aan Duitsche zijde, op de permanente achterwaartsché lijnen (dus de z. g. strategische verbindingen) het gelijktijdig e egrafeeren en telefoneeren, dan wel het voeren van twee of meer gesprekken langs een geleiding (dubbellijn) toegepast, doch op het eigenlijke gevechtsveld is daar geen sprake van. Daarvoor eigenen zich de daar gebruikelijke geleidingen niet terwijl de hulptoestellen ingewikkeld zijn en een behandeling dooi zeer vakkundig personeel vereischen. Een van de bekendste van die verbindingen was die van Con- stantmopel via Nisj, Belgrado, Boedapest, Weenen naar Berlijn1). Ovei het g elb ru i k van de telefoon loopen de ideeën nogal uiteen. In Duitschland en Oostenrijk beschouwt men de telefoon m de eerste plaats als een hulpmiddel om de commandanten c q s taf of 1 eieren mondeling van gedachten te laten wisselen Het overbrengen van telefoonberichten zal daar tot de uitzonde ringen behooren. In Frankrijk daarentegen acht men deze methode uit den booze omdat dit aanleiding geeft tot „lang van stof zijn" en tot parti culiere gesprekken. Daarom moeten daar de berichten zooveel mogelijk schriftelijk gegeven worden, waarbij het bedienend per soneel voor de overseining zorg draagt. in Duitschland, F-rankrijk en Amerika wordt bij voorkeur met a.IL^0" Zl6: Technik und Wehrmacht 1920 No. 9/10Die mehrfache Ausnutzung von Fernsprech und Telegraphenleitungen im Felde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 10