Verder dan deze beperkte concentratie zouden wij op Atjeh niet gaarne willen gaan. De voordeelen van deze meerdere samentrekking zijn in onze tijden van gebrek aan offi cieren, aan ad m. kader en aan geld echter dermate overwegend, dat ook al vordert de verandering „uitgaven voor ééns" zij onverwijld ware toe te passen. We meenen te mogen aannemen, dat deze beperke concentratie als beginsel overal in de buitengewesten wel is door te voeren, zij 1) 't dan ook hier en daar met de afwijking, dat van een be paalden compagniespost zoolang zulks wenschelijk wordt ge oordeeldnog eenige brigades op een tijdelijken post zijn gede tacheerd, echter zonder de wat opvoer en logies betreft kostbare vrouwen en kinderen, hetgeen geen bezwaar is, indien de brigades van tijd tot tijd worden afgelost. Om een enkel voorbeeld te noemen, is het wellicht voorshands nog noodig, dat van de cie te Pontianak, brigades te Ngabang zijn gedetacheerd. Waar verschillen met de Java-organisatie zooveel mogelijk vermeden dienen te worden, ware de sterkte der cie te stellen op 9 brigades, terwijl 3 cieën te vereenigen waren tot een bataljon. Dit laatste is, vasthoudende aan het beginsel in elk gewest na genoeg de sterkte laten, die er is, niet volledig door te voeren, vandaar, dat bij enkele der bataljons gerekend is op 4 cn. Hoe wenschelijk in meerder opzicht de vereeniging van alle compagnieën van een Bataljon in één garnizoen ook zoude zijn, zoo is zulks toch voorhands slechts bij uitzondering mogelijk; alleen te K.-Radja, in de Pad. bovenlanden en voor een deel te Padang wordt zulks doenlijk geacht (is thans reeds tot zekere hoogte het geval). Analoog aan de Java-organisatie kunnen 3 Bataljons tot één Regiment worden vereenigd. Uiteraard kan dit bij de vorenbe doelde dislocatie geen tactisch verband worden genoemd het is vrijwel overal slechts een administratieve eenheid, gelijk trouwens ook reeds, zij 't in mindere mate, bij het Bataljon het geval is. Toch achten wij het Regiments verband gewenscht en te ver kiezen boven den tegenwoordigen toestand, waarbij Bataljons van zeer uiteenloopende sterkte, vaak zonder eenig verband, recht streeks onder Bandoeng staan. We willen zelfs verder gaan en de Regimenten bovendien ver eenigen tot Inf. Divisies en wel zoodanig, dat de troepen op Su matra de 4de, die op de overige B. Bn. de 5de Divisie vormen. Aangewezen standplaatsen voor de Div. Cn. zijn Medan en Makasser. 1) Geldt ook voor Atjeh. D. B. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 14