Het beginsel, waarop de geluidspeildienst berust, is als hier
onder omschreven
Op een afstand van 1 K. M. of meer achter het front worden
met onderlinge, niet te kleine tusschenruimten microfoons opge
steld, met de ontvanghoorns gericht op den vijand en zoo mogelijk
geplaatst op domineerende punten. In den keten van elk dezer
microfoons is een zelfregistreerende galvanometer geschakeld.
Al deze galvanometers zijn vereenigd in een centraal station,
gelegen in een gedekt onderkomen, vèr achter het front. Zij
teekenen hunne afwijkingen automatisch en naast elkaar aan op
eenzelfde, zich regelmatig en met een bekende snelheid zich afwik
kelende rol papier, band of film.
De zelfregistratie kan op verschillende manieren worden bewerk
stelligd. De eenvoudigste manier is, dat de galvanometernaald
door middel van een schrijfstift of pen, bevestigd aan de punt,
hare aanwijzingen met een fijn lijntje op de afrollende strook aan-
teekent.
In dit geval kan de strook ook bestaan uit een band, bedekt met
een laagje koolzwart.
Ook kan de registratie op fotografische wijze worden uitgevoerd.
De aanwijzingen worden geprojecteerd op een zich afrollende film
of op een strook zeer gevoelig papier, die b. v. bij het passeeren
van de punt van de galvanometernaald door een smalle opening
belicht wordt. Aan de punt van de naald bevindt zich een stift
of draadje, dat een schaduw op de belichting werpt. Op het
negatief van de film of op het lichtgevoelige papier ontstaat dan
na de ontwikkeling een witte lijn op een donker belichten onder
grond.
De meest volmaakte uitvoering van de fotografische methode
is echter de volgende
Op de punt van de naald bevindt zich een spiegeltje, dat door
een lamp sterk belicht een fijne lichtstraal in de lengterichting
van een zich afwikkelende film werpt. Men krijgt dus na de
ontwikkeling een zwarte lijn op een onbelichten, dus witten onder
grond. Door de afstanden, die bestaan tusschen film en spiegeltje
en tus chen dit en de lichtbron, worden de afwijkingen van de
galvanometernaald sterk vergroot op de film weergegeven, zoodat
zelfs de geringste nog zichtbaar wordt.
In het station, dat, zooals gezegd, een aantal microfoons tegelijk
bedient, krijgt rnen dus een even groot aantal curven op dezelfde
film naast elkaar. Heerscht bij de microfoons volkomen stilte,
dan zullen deze lijnen recht en evenwijdig aan elkaar zijn. Meestal
(behalve bij het gebruik van microfoons van het systeem Tucker
-zie hierboven) zal dit echter niet het geval zijn. Door allerlei
geluiden in de atmosfeer zullen slangvormige lijnen ontstaan.
Vangt een van de microfoons een zwaarder geluid op, b. v. los
branding van een kanon, dan zal de slingering in een der lijntjes
zich plotseling vergrooten, om spoedig daarna weer minimaal te
20