Ook behoeft de motor niet voortdurend in werking te zijn, doch alleen dan, wanneer eene Art.-beschieting plaats vindt en het noodzakelijk is. een nog niet gevonden batt. op te sporen. Na 2 of 3 schoten kan de motor weder worden stopgezet. Feitelijk is één opgeteekend schot voldoende, om de plaats van het vurende stuk te bepalen, doch voor controle is het gewenscht, een paar schoten meer af te wachten. In het centraal station, dat zeer gedekt en ver achterwaarts is opgesteld en da' bovendien een groote frontbreedte bedient, kan men niet beoordeelen, of de schoten, die men hoort, al dan niet worden afgegeven uit nog niet opgespoorde batterijen in dat front. Er moeten dus waarnemers kort achter het front worden opgesteld, die het station telefonisch waarschuwen, als zij in hun sector een onbekende batt. hooren vuren. Op die wijze weet men in het station ook, welke reeks microfoons men in moet schakelen. Zelfs zijn deze waarnemers in staat, op hunne standplaatsen doorslui- u'ng van een contact den motor in het station in gang te brengen. Als een goede opname is verkregen, wordt dan in het station de motor weder afgezet. Het ontwikkelen en fixeeren van de film (of van het gevoelige papier) geschiedt ook geheel automatisch in de machine. Bij het te voorschijn komen van de film is deze dus geheel gereed om te worden afgelezen voor de plaatsbepaling van de batt. Figuur la geeft een stukje ontwikkelde film weer, opgenomen gedurende iets meer dan 4 seconden op een der stations a/h Fr. front, terwijl een schot van een Duitsch 7,7 c.M. kanon was gevallen. Figuur 1 b geeft een reproductie van een op het Eng. front op genomen stukje film, waarop in alle 6 curven het schot uit een Duitsche houw. is geregistreerd. Het typische verschil tusschen beide opnamen is het volgende Zooals men in fig. la ziet, veroorzaakt een schot uit een lang kanon drie slingeringen in de curve. De eerste a— (meestal de kleinste) wordt veroorzaakt door de knallende kopgolf van het projectiel (onde du choc). De tweede b— onstaat door de los branding (mondingsgolf) en de derdecdoor het springen van het projectiel De kop- en de mondingsgolf zijn ook nog zicht- baar °P be vierde curve van rechts. Zoo zullen in alle zeven slingerlijntjes de verschillende golven worden aangeteekend. Bij korte kanonnen echter, of beter gezegd, bij die vuurmonden, waarbij de Vo kleiner is, dan de snelheid van het geluid, komt geen kopgolf voor. Dit wordt duidelijk gedemonstreerd in figuur 1 b. Bij lange kanonnen wordt de afstand op de film tusschen de slingeringen van kop- en mondingsgolf grooter a. bij een grootere Vo (hoe eerder het projectiel aankomt, hoe Deze derde kan natuurlijk ook wel eens tweede aankomen, doch deze golf wordt verder buiten beschouwing gelaten. 22

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 22