De methode lijkt mij niet eenvoudig; om uit het geweldig groot
aantal aardtrillingen, dat op een gevechtsveld ontstaat, wijs te
kunnen worden, wordt een groote routine vereischt. Toch schijnt
zij mogelijk, indien men weet, welke soort van slingerlijnen de
verschillende aardtrillingen op het seismogram aanteekenen.
Door een kanonschot wordt de volgende curve verkregen
De terugstoot v|d vuurmond en de mondingsexplosie vormen
trillingen met korte golflengte, die op het seismogram als spitse,
dicht opeengedrongen golflijnen verschijnen de trillingen, ont
staan door de vlucht v|h projectiel vormen gelijkmatige kleinere
afwijkingen, als de tanden van een zaag, terwijl het inslaan of
het springen van het projectiel trillingen met grootere golflengte
veroorzaakt. Het geheele schot vormt dus een aaneengesloten
slingerlijn, aan weerskanten begrensd door een reeks grootere
afwijkingen.
Waar een schot met ander kaliber ook andere schokken ver
oorzaakt, geeft de vorm der slingerlijn tevens een aanwijzing om
trent het kaliber v/d vijandelijke batt.
Bij het toestel van Belar behooren dus ook tabellen met repro
ducties van door verschillende kalibers veroorzaakte trillingslijnen,
waarmede men de ontstane curven kan vergelijken.
Op deze wijze schijnt het mogelijk te zijn, zelfs op 20 K.M. af
stand, te onderscheiden, of eigen, dan wel vijand, art. schiet,
terwijl tot op dien afstand ook de vaststelling vjh aantal en v|h
kaliber der vurende stukken mogelijk moet zijn.
De beide stations, die ten slotte samen de plaatsbepaling uit
voeren, zijn telefonisch met elkaar en met de eigen art. verbonden,
zoodat de curven, ontstan door het eigen vuur, gemakkelijk
kunnen worden gecontroleerd.
Of het bij deze methode mogelijk is, evenals bij de geluidspeil-
methode, om de ligging van het eigen vuur te controleeren, wordt
niet vermeld. Vermoedelijk zal dit dus te lastig zijn, omdat men
anders een zoo belangrijke toepassing niet onvermeld zou hebben
gelaten. Om die reden zou de Fr. methode de voorkeur verdienen.
Echter behoeft men bij de seismografische methode geen reke
ning te houden met wind en temperatuur. (Vooral bij veranderlijken
wind en bij rukwinden komt mij de geluidsmethode "niet heel zuiver
voor).
Ook heeft de methode Belar een ander voordeel. Als men de
berichten daarover moet gelooven, identificeert het zoo uiterst fijn
gebouwd toestel ook de trillingen, ontstaan door rijdende voer
tuigen. Zoo zou men kunnen vaststellen, ofen in welke rich
ting-auto's, vrachtwagens, bereden art., treincolonnes, spoor
treinen enz. voortbewegen. Zelfs zou men er mede kunnen her
kennen, of zich verplaatsende, door paarden getrokken voertuigen
door één- of meerspannen worden getrokken, of spoorlijnen
snel-, dan wel goederentreinen rijden enz.
28