Waar in vele gevallen vliegmachines deze gegevens óók kunnen
verschaffen, zoo zullen toch vaak de omstandigheden (nacht,
slecht zicht, ongunstig weder) luchtverkenning niet toelaten,
zoodat de Belarsche methode in ieder geval zeer nuttig kan blijken
te zijn.
Ook kan het Belartoestel worden benut voor de kustart. en
speciaal voor de havenverdediging. In verbinding met een „voeler"
onder water (w. v. de samenstelling echter geheim wordt gehouden)
kan men met het toestel reeds op grooten afstand de nadering van
alle stoom- of motorvaartuigen constateeren. zoodat b. v. nach
telijke overvallingen van onderzeebooten of torpedovaartuigen
geen verrassingen behoeven te zijn.
In Engeland beschikte men vfh opvangen van onderwatersig
nalen (bellen) reeds vóór den oorlog over z. g. hydrofoons. Dit
waren microfoons, zoodanig geconstrueerd, dat men ook de glo
bale richting, van waar het geluid kwam, kon vaststellen.
Voor eene meer nauwkeurige plaatsbepaling van onderwater
geluidsbronnen heeft de Eng. Marine thans eveneens gebruik
gemaakt van de Fr. methode. Op daartoe geëigende plaatsen
langs de kust werden op onderlinge afstanden van eenige mijlen
en ook eenige mijlen uit de kustlijn hydrofoons opgesteld en ver
bonden met de noodige galvanometerstations (1).
Figuur lc is een reproductie van een in Eng. opgenomen stuk
film, waarop men in 2 curven eene onderbreking ziet, veroorzaakt
door eene ontploffing onder water op 70 mijl afstand. Gemeld
wordt, dat de registratie zelfs tot op 230 mijl heeft plaats gehad.
Professor Belar, die Directeur is van het aardbevings - obser
vatorium te Laibach, moet reeds eenige jaren vóór het uitbreken
van den wereldoorlog het nut van den seismograaf voor militaire
doeleinden ter sprake hebben gebracht. Reeds in 1907 hebben
de eerste proeven met zijn toestel op het art.-schietterrein bij
Gurkfeld plaats gehad.
Heeft men nu voor onze Indische toestanden dergelijke wonder
baarlijke stukjes techniek noodig? M i. wèl. Juist artillerie, die in
(1) Van veel practische waarde voor het landleger zijn deze stations niet,
omdat men er slechts die punten op zee mede kan registreeren, waar een
plotseling onderwatergeluid ontstaat. Een schip, dat de koers is kwijt ge
raakt (door mist, door het wegnemen van de bakens, enz.) kan radiogra
fisch aan het station om plaatsbepaling vragen. Daartoe wordt naast het
schip op een afgesproken oogenblik onder water een knalpatroon ontstoken.
De plaats, waar deze patroon springt, kan dan in het station worden vast
gesteld en aan het schip medegedeeld.
Ook kan men op die manier de plaatsen bepalen van ondiepten, klippen,
wrakken, boeien, lichtschepen, getorpedeerde schepen (als tenminste het
station werkt op het oogenblik van de torpedeering), enz.
De plaaisbepaling van varende vijandelijke schepen kan men er echter
niet mede verrichten, al zullen de hydrofoons en dus de galvanometers
wel reageeren op de geluiden, die door de schroeven dier schepen en door
de machines worden gemaakt.
Om deze reden verdient de Belar - methode voor haven- en kustverde
diging de voorkeur.
29