binnen. Daarmede was het niet meer twijfelachtig, of Turkije al dan niet aan den wereldoorlog zou deelnemen. 3 Nov. d. a. v. verscheen een Eng. Fr. smaldeel voor den in gang der Dardanelles Het verzocht doortocht, hetgeen evenwel werd afgewezen, waarop het smaldeel het vuur opende op Kum Kale en Sed el Bachr. De oorlog was dus thans een feit. Het smaldeel trok zich evenwel terug. Langzamerhand kwamen echter berichten binnen, dat de Entente voornemens was om eene expeditie naar de Dardanellen te zenden, teneinde den Turkschen druk op de Kaukasus af te leiden en om Constantinopel te bedreigen, waarmede de Entente de verbinding met Rusland zou hebben bewerkstelligd (men zie terzake Callwell). De Engelsche admiraliteit meende het plan tot het forceeren der Dardanellen tot uitvoering te kunnen brengen uitsluitend met zeestrijdkrachten en zoo verschenen 20 Febr. '15 4 Eng. en 4 Fr. oorlogsschepen voor de Dardanellen. Langzamerhand werd deze scheepsmacht versterkt tot 8 Eng. en 4 Fr. slagschepen, 3 kruisers, 18 torpedo- en 2onderzeebooten ten slotte werd aan deze vloot nog toegevoegd de super-dreadnought „Queen Elizabeth." Deze vloot stond onder bevel van den Eng. admiraal CARDEN. Zij begon met eene stelselmatige beschieting van alle versterkte punten aan de Dardanellen gelegen, terwijl een gedeelte in de golf van Saros het vuur opende op de Boelair versterkingen. 4 Maart '15 werden 400 Franschen bij Kum Kale aan land gezet, welke kleine macht totaal werd vernietigd. 7 Maart volgde de heftige beschieting van fort Hamidieh en ten slotte greep den 18den de voor de Entente noodlottige slag plaats in de voorste Dardanellen tusschen eene schoone, geweldig machtige en trotsche vloot ecnerzijds en de Turksche kustforten, voorzien van modern geschut, doch met zeer beperkten munitie- voorraad anderzijds. Deze slag, die ten voordeele van de forten afliep, kostte der Entente het leven van de „Bouvet," de Irresis tible," de „Ocean" en van een torpedoboot. De „Queen Elizabeth" was ernstig getroffen, de „Gaulois" moest op strand worden gezet om zinken te voorkomen, de „Inflexible" was gewend en de „Charlemagne" zwaar beschadigd. Deze overwinning verwekte een jubel in Turkije de ernstige verliezen brachtten daarentegen een diepen indruk te weeg in de Ententelanden. In verband met deze gebeurtenissen en met berichten van troe penconcentratie in Egypte, voorts van het samentrekken van talrijke transportschepen aldaar, werd Maarschalk Liman von Sanders 24 Maart '15 benoemd tot opperbevelhebber der land strijdkrachten op het schiereiland Gallipoli en van die op de Anatolische zijde der Dardanellen. Von Sanders kreeg op het schiereiland tot zijne beschikking het 5de leger, aanvankelijk samengesteld uit 5 divisiën, waarover generaal Essad Pascha, de verdediger van Janina, het bevel voerde. 34

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 34