Juist deze verbindingen speelden bij den veldtocht op Gallipoli zulk een gewichtige rol, doordat het schiereiland geographisch zoo eigenaardig gelegen was. Reeds boven merkten wij op, dat de Boelair positie door een weg met het voormalige Eur. Turkije verbonden was deze weg was 75 mijlen lang; hij verkeerde in een zeer goeden staat en was voor auto's zeer geschikt Bij Usum Kupri was hij verbonden met den Orientspoorweg. Doordat Eur. Turkije voor den verplegingsdienst niet in aan merking kwam en doordat het schiereiland overigens geen andere aanhechtingspunten bezat met het vasteland, was de verplegings dienst aangewezen op de volgende verbindingen o. de zeeweg Constantinopel naar Maïdos of Gallipoli b. de spoorlijn Skutari - Eskishehir - Angora - Konia - Eregli en de overige Anatolische lijnen c. de spoorlijn Smyrna - Pandemia d. wegen, die van uit Tschanak Kale deze stad verbonden met den spoorweg ad c, doch die in minder goeden staat verkeer den. (Tschanak Kale was 130 mijlen van Smyrna verwij derd) Langs de Dardanellen bevond zich op den aziatischen oever eene goede verbinding tusschen Negara-Tschanak Kale en Kum Kale, waarlangs herhaaldelijk autovervoer plaats had. De zeeweg had alleen waarde, als Turkije op de zee van Mar mora het meesterschap zou weten te handhaven. Dit lijkt paradox toch is het zoo vreemd niet als wij vermelden, dat koene Eng en Fr. duikbooten kans hadden gezien om onder de mijnversperring tusschen Tschanak Kale en Kilid el Pachr door te stoomen en de scheepvaart, dus de aanvulling en verpleging van Gallipoli, te belemmeren en te verstoren. „Les Turcs disposaient de rares voies ravitaillement dont Tune, la mer, leur fut bientöt totalement interdite, grace a la cam pagne des sous - marins alliés dans la Marmora." (Stiénon). Eene bloemlezing van de duikbootactie in die zee moge hier een denkbeeld vormen van de onzekerheid der zeeverbinding. De E. 14 vernietigde 2 T. kanonneerbooten en 2 vrachtschepen, waarvan de eene met troepen geladen was, de andere met levens behoeften en materiaal. De E 11 bracht een schip tot zinken met levensvoorraad en art. munitie, voorts nog 2 andere vrachtschepen (cargo ons onbekend), terwijl de stoutmoedige onderzeeër zelfs doordrong tot in den Gouden Hoorn, alwaar hij Constantinopel beschoot en een trans portschip, dat voor het arsenaal gemeerd lag, torpedeerde De „Saphir," de „Joule," de „Mariotte" en de „Turquoise" gingen na eenige gewelddadigheden verloren, evenzoo de Eng. E. 15 (17 April), welke laatste door de Turken werd gelicht en hersteld. De E. 6 beproefde toen de buitgemaakte E 15tetorpe- deeren. Dit mislukte, doch 2 gew. stoomschepen (canots auto mobiles) slaagden daar wèl in, zij het ook, dat één verloren ging. 36

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 36