een inspectie over ieder paard gehouden. Blijkt daarbij, dat de beenen in niet te goede conditie zijn, dan is het beter zoo'n paard gedurende de zwaardere oefeningen te vervangen door een paard der eerste catagorie, dan dat wij het absoluut bederven door misschien een week van overwerken. Ook moet bij die inspectie nagegaan worden conditie, voe dingstoestand, hoe het zich gedurende den trainingstijd heeft gehouden, of het veel ziek geweest is en oorzaak en aard dier ziekte. Een en ander kan gevonden worden uit de ziekenrapporten cn de sectieboekjes. Bovenstaande, hoewel hier vermeld, geldt natuurlijk ook voor de andere catagorieën. Zijn de groote oefeningen afgeloopen, dan moet een nauwkeurig onderzoek uitwijzen hoe het paard zich gehouden heeft valt dat onderzoek gunstig uit, dan kan bevordering naar de eerste cata gorie plaats vinden. Ie. Catagorie. Eenmaal hierbij ingedeeld wordt het paard eindelijk als geheel afgericht beschouwd en dan dit in den ruimsten zin, d. w. z. niet alleen afgericht om onder alle omstandigheden het zwaarste werk rustig te verrichten, maar ook de spieren, pezen, beenderen en gewrichten, afgericht om dien arbeid met de minste s 1 ij t a g e te verrichten. Zoo kunnen wij zeer lang pleizier van onze „gunners" heb ben, terwijl zij anders, mede doordat zij als vrij laag in het bloed staande paarden over het algemeen vooze beenen heb bende, heel gauw in de soep zullen zijn. Nauwkeurig toezicht en telken male vóór den aanvang der groote oefeningen een wel overdachte training, blijven van het allergrootste belang Waar zooals ik reeds eerder zeide, de paarden van deze cata gorie ook ingedeeld worden als verkenners- en trompetterspaard, en dan bij de manoeuvres en groote oefeningen in het garnizoen geheel ander werk krijgen te verrichten dan de bij de stukken ingedeelde trek-en geleiderspaarden, volgt hieruit, dat de hier voor ingedeelde dieren ook een andere training moeten hebben. Een renpaard immers wordt ook anders getraind dan een ploeg paard 5 F S Het verkennerspaard zal in zijn training de galopreprises niet kunnen ontberen, terwijl het trekpaard ademoefeningen zal krijgen in lange rustige draftempo's. Het is beter eenige paarden te veel te trainen als verkennerspaard, dan dat er bij de oefeningen paar den gebruikt worden voor diensten, waarvoor zij absoluut niet zijn voorbereid. Het is mijn bedoeling niet om aan te geven, hoe de verschillende paarden getraind moeten worden, maar wil ik hierover niet eindi- 50

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 50