Per regiment, groep bataljons e. d. wordt de rol van Chef tele graafdienst overgenomen door den verbindingsofficier. Deze ver bindingsofficieren kunnen van elk wapen zijn zij worden speciaal opgeleid en worden door de lagere eenheden naar den Staf dei Divisie gezonden. Zij hebben tot opdracht dien Staf volkomen op de hoogte te houden van het doen en laten van de eenheid, welke hen gedetacheerd heeft en omgekeerd. Behalve over de gewone verbindingsmiddelen beschikken zij als regel over motor rijders, postduiven e. d. Behalve deze verbindingsofficieren bestaat er nog een tweede categorie, welke uitsluitend voor de goede verbinding tusschen Infanterie en Artillerie moet zorgdragen. Dit zijn artillerie-officieren die bij de Infanterie gedetacheerd worden. Zij worden door hun Chef volkomen op de hoogte gehou den van al die zaken, welke voor hen van belang kunnen zijn (plaats batterijen, mogelijke vuren, toegestaan munitieverbruik, mogelijke verplaatsingen enz.). Tevens beschikken ze over waar nemers, telefonisten en optische seiners. De Infanterie Comman dant houdt hen op de hoogte van 't plan van handelen, afgesproken signalen, plaats van het commando enz. Op grond van deze gegevens moet de verbindingsofficier de noodige verbindingen voorbereiden c. q. laten uitvoeren. De Infanterie zorgt zelf echter öök voor een telefonische ver binding met de artillerie, zoodat er al minstens twee telefoonlijnen zijn. Aan materieel beschikt het Infanterie Regiment a 4 bataljons over 18 toestellen, 9 centrales en 18 KM. kabel, met als reserve 6 toestellen, 3 centrales en 16 KM. kabel. Voor bediening zijn aanwezig 1 onderofficier, 5 korporaals en 17 minderen. Voor de herstelling van toestellen en kabels is beschikbaar een telefoon atelier met 1 gegradueerde en 5 werklieden. Teneinde het afluisteren van telefoongesprekken tegen te gaan, moeten de volgende maatregelen genomen worden le. dubbellijnen toepassen (dus geen aarde) 2e. de lijnen ophangen aan houten knoppen, niet aan isolatoren gedragen door ijzeren haken 3e. overbodige lijnen oprollen 4e. lange lijnen zooveel mogelijk ontgaan beter tusschenposten in te schakelen 5e. op vijandelijk terrein lijnen opzoeken en oprollen. Van het nut dat deze laatste maatregel kan hebben, hoorde ik toevallig een goed voorbeeld van een Duitsch officier. Toen de Duitschers bij het laatste groote offensief op 15 Juli de Scarpe passeerden, werden hun reserves onder zulk buitengewoon goed gericht artillerievuur genomen, dat zich de overtuiging vestigde, dat de Franschen omtrent de ligging op een of andere wijze waren 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 5