61 Het doel van den uitval was zuiver gesteldDe Duitsche verbindingen bereiken; oprukkende reserves en in België aanwezige etappentroeden beletten snel naar het bedreigde front te marcheeren. Indirect werd daardoor tot het welslagen der hoofdoperatie bijgedragen. De uitval begon voorspoedig, eindigde echter slap. Niettemin veroorzaakten de Belgen onrust bij de Duitsche legerleiding en het achterhouden van een divisie, die oorspronkelijk voor het front was bestemd. Een volgende uitval der Belgen had plaats op verzoek van het Fran- sche opperbevel tusschen 24 en 27 September, stuitte echter op overmach tige Duitsche troepen, die aanwezig waren in verband met de voorgeno men aanval op Antwerpen. S. constateert dat de uitvallen op het juiste oogenblik, in de juiste richting, met het gros der mobiele macht en naar den vorm correct werden uitgevoerd. De doorvoering strandde echter op ie geringe energie en stout moedigheid. Intusschen werden achter den rug van het Duitsche leger onophoudelijk handelingen uit den kleinen oorlog verricht door kleine Belgische afdee- lingen zoo wielrijders, afgesneden patrouilles, als plaatselijke partijgangers korpsen. Voorts wordt gereleveerd het gebruik van wilde treinen, ten einde de Duitsche spoorwegtransporten te hinderen. Zooals men ziet, altemaal kleine middelen die op den gang der groote oorlogshandelingen weinig invloed hadden. Deze artikelen van den overste v. D. v. 1. zijn prettig geschreven. MARINEBLAD DEC. '20. Het Wielingen vraagstuk, door de Belgen opgeworpen, nadat hun annexatie-politiek geen kans van slagen had, wordt, uitvoerig en goed gedocumenteerd, door den gepensionneerden Vice-Ad- miraal SMIT besproken. Zooals bekend, biedt de Wielingen het beste vaarwater voor uit-en in- - gaan van de Schelde. De beide andere uitgangen n. 1. Deurlo en Oostgat zijn bij eenigen wind en laagwater zeer moeilijk, zoo niet ontoegankelijk. Indien België zijn zin krijgt, zou dit in vredestijd geen, doch in oor logstijd een zeer nadeelige verandering ten aanzien van Nederland ople veren. België zou dan b. v. kunnen beletten, dat onze oorlogsbodems de Wielingen uitvaren. Hier staat voldoende waterdiepte om onze onderzeebooten te veroor loven in ondergedompelden toestand uit te loopen, hetgeen niet het geval is in de beide andere uitgangen. Bij het begin van den oorlog heeft Nederland t. av. de Wielingen echter een onzuiver standpunt ingenomen, voortspuitende uit welwillend heid tegenover België, doch niet overeenkomend met een strikte handha ving der neutraliteit. De mijnen en oorlogsbetonning in de Wielingen, reeds door ons ge legd, werden op vriendelijk ve zoek van België weer opgeruimd, respec tievelijk vervangen door de vredesbetonning, ten einde de Entente-oorlogs schepen in de gelegenheid te stellen de Belgische kust te naderen. Toen eenigen tijd later, de Duitschers dat gedeelte der Belgische kust bezetten, moesten wij ons eenmaal ingenomen standpunt handhaven. Dit is ons dan ook door de Belgen voor de voeten geworpenn. I. dat wij door tijdens den oorlog na te laten in de Wielingen onze rechten te handhaven, op die rechten geen aanspraak meer kunnen maken Men vergete verder niet, dat de Belgen zich groote offers hebben getroost bij den aanleg van Zeebrugge en zij zich er op beroepen dat de Bezit gaat niet verloren door het niet gebruik maken van een recht daaraan verbonden. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 61