66 Op den 20sten December j. 1. beliepen deze b. v. 113 dooden en 200 gewondenden volgenden dag 66 dooden en 256 gewonden, waarbij die van den vijand niet bijster veel grooter waren. Vooral had men last van „sniping", hetwelk natuurlijk op dergelijke groote schijven als de troepen aanboden, niet zonder succes kon blijven. Alvorens men tot dadelijkheden overging, werden de landshoofden verzocht zich op een bepaalde plaats te vervoegen bij den Chef der expe ditie. Kwamen deze de voorwaarden niet na, dan werd na eenige somma ties (zooals ook bij ons gebruikelijk) overgegaan tot de tuchtiginghier eerst door middel van bommen uit vliegtuigen. Hieraan namen somwijlen een kleine twintigtal vliegtuigen deel. Het moreele effect was dikwijls van dien aard, dat enkele stammen zich terstond onderwierpen. Een voorbeeld, dat ook bij ons zijn uitwerking in vele gevallen niet zal missen. In het volgend nummer wordt het relaas voortgezet. ALLGEME1NE SCHWEIZER1SCHE M1L1TAERZEITUNG No. 24 - 26. De lezing van „Die Fütterung und die Leistungen unserer Armeebespannu- ngen" wordt allen die met paarden en voedingskwesties te maken hebben te zeerste aanbevolen, Algemeen werd vroeger de voedingswaarde van levensmiddelen en fourages bepaald door het aantal caloriëen, dat deze bevatten. Volgens prof. KELLNER is deze waardebepaling niet steekhoudendhij stelt daarvoor een andere maat in de plaatsn- 1. „Starkewert" en meet het gehalte van het voedingsmiddel af naar de hoeveelheid vet, die in het lichaam wordt geproduceerd, nadat dit het benoodigde kwantum tot instandhouding heeft ontvangen- Onderscheid wordt gemaakt in hetgeen benoodigd is tot instandhou ding van het lichaam, tot het verrichten van arbeid en ten slotte tot ver meerdering van het lichaamsgewicht. „Als Einheit nimmt KELLNER das Vermogen, Fett anzusetzen welches einem Kilogramm Starke innewohnt" Zoo spreekt hij van een „Gramm-Star- kewert". Een kilogram „Starkewert" is in staat 248 gram vet aan te zetten. Volgens de nasporingen van KELLNER zou het eiwitgehalte van het voeder bestemd voor paarden, die arbeid verrichten, geen praktische be- teekenis hebben. Naar schrijvers berekeningen neemt het verbruik aan voedingsstoffen bij het paard buiten verhouding toe, indien meer dan 10 °/o (3°) moet worden gestegen. Voor elk percent stijging meer moet op dubbele krachtsaanwen ding worden gerekend, terwijl bij zware inspanning het verbruik aan voe dingsstoffen soms het negenvoudige van het normale bedraagt. Een en ander maakt het noodig, dat het dier over een behoorlijke vetreserve beschikt. Behalve het gehalte aan „Starkewert" is de hoeveelheid „Trockensub- stanz" een voorname factorte verkrijgen door voeding met hooi, gras of stroo. De indruk, die wij na lezing van het artikel verkregen, is dat ook in Indië de rations krachtvoer bij eenigszins zware arbeidsprestaties wel wat krap zijn toegemeten. HAUPTMANN FRICK schrijft in een 3-tal vervolg-artikelen „Vom innern Dienst." Het doel der handhaving van een goeden inwendigen dienstn. I. slagvaardigheid van den troep, opvoeding tot het verkrijgen van moreele eigenschappen (waaronder wij slechts noemen plicht- en verantwoordelijk heidsgevoel, trouw, enz.) wordt maar al te vaak uit het oog verloren. S. wijst op de belangrijke betrekking van den Zwitserschen „Feldwe- bel", die hij hooger aanslaat dan die van een luitenant sectiecommandant. Zoo heeft hij Feldwebel gekend, „die auf die ihnen angebotene Landwehr- offizierskarriére verzichteten mit der Begründung, sie wollten in der Land- wehr lieber wieder eine Kompagnie statt blosz einen Zug. Das sind die richtigen Feldwebelnaturen." Onze oude sergeant-majoors dus

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 66