De vreemdelingen (Eng., Fr., Am.) hadden in Syrië groote stukken land bebouwd, terwijl ook de Arabieren, evenals overal elders in T., den landbouw beoefenden. Door den invloed der buitenlanders vooral bevond Syrië zich in een min of meer be bouwden toestand. De Regeering, beter Djemal Pascha, heeft dadelijk bij zijn op treden als comdt. v. h. 4de Leger in Syrië, dat hij beschouwde als basis van zijn leger, landbouw en nijverheid verder trachten te ontwikkelen. Ofschoon deze econ. maatregelen aanvankelijk slechts bestemd waren om het leger ten goede te komen, werden zij tot grondslag voor eene nieuwe ontwikkelingsperiode van dit land. De groote etappeplaatsen waren Aleppo en Damascus. Hier vervaardigde men kleeding, schoeisel, medicamenten men ver zamelde voedingsmiddelen hier waren de ateliers, de fabrieken en de reparatieinrichtingen. Vooral leder-artikelen kon Syrië ruim leveren; daarbij was het land een groote producent van olie producten tn vet. Van Aleppo naar Damascus eischt het vervoer van goederen te Rajak overlading op een smalspoorlijn over Damascus naar Perscheba. In Damascus waren verscheidene etappe- en verplegingsinrich- tingen, in hoofdzaak gedreven door vrouwelijke arbeidskrachten, zoowel Mohamedaansche, als Armenische. Zij werden voornL betrokken uit arme soldatenvrouwen, weduwen van gevallen mili tairen, enz. Van de 10.000 vrouwen bestond '/4 gedeelte uit die Van Armenische afkomst. Voor de vervaardiging van mil. kleedingstukken waren 20.000 vrouwen en kinderen werkzaam. In de wattenfabriek arbeidden 250 vrouwen en eenige honderden in de conservenfabriek, de trots van Damascus. Deze fabriek, die speciaal voor het Leger door Djemal Pascha was opgericht, leverde in de eerste 13 maanden van haar bestaan 55.000 bussen groente, 2400 bussen gecons. tongen, 12000 bussen vleeschbouillon, ruim 13000 bussen soep, 11000 flesschen citroen limonade, 12000 L. azijn, 3000 K. G. pickles enz. Voorts leverde deze fabriek gezouten vleesch en worst. In de ateliers voor huisnijverheid werkten weesjongen; voor de bebouwing van het land werden compn. landbouwers opgericht ter sterkte van 150 man en 50 ploegen de irrigatie stond onder leiding van professor Zürcher. Berscheba vormde ten tijde van de operatiën tegen het Suez- kanaal de hoofdetappeplaats van het Z. Ondanks deze energieke organisatie hebben èn Djemal Pascha's hardvochtige Arabierenpolitiek èn de toestanden in het T. rijk er toe medegewerkt, dat het Leger van Von Kress gebrek leed.' De troepen verhongerden niet „aber sie lebten nahezu bestandig in ungestilltem Hunger dahin, körperlich miide, seelisch empfin- dungslos." Diep tragisch 11

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 11