Daar bestaat geen vaste organisatie, doch heeft het Hkw. de beschikking over een zekere hoeveelheid personeel en materiëel. Kan nu b. v. van bestaande kantoren en lijnen gebruik gemaakt worden, dan behoeven alleen telegrafisten ingedeeld te worden, de lijnleggers en het mil. materiëel blijven beschikbaar. Moet daarentegen een vluchtige verbinding tot stand gebracht worden, dan wordt zooveel pers. en mat. ingedeeld, als voor dat speciale geval noodig zijn. Wordt deze vluchtige lijn later omge bouwd in een permanente, dan wordt daarvoor ander materiëel verstrekt en het vrijkomende kabelmaterieël en de lijnleggers komen weer ter beschikking van het Hkw. Deze oplossing is veel soepeler en zal daarom in de praktijk beter voldoen. Wat de twee optische seinbrigades betreft, men vraagt zich waarschijnlijk tevergeefs af, waar die gebruikt zullen moeten worden. Op groote afstanden, 20 K. M. en daarboven is op tisch seinen in Indië en vooral in de Preanger, van zooveel factoren afhankelijk (regen, nevel e. d.), dat er nooit met zekerheid op gerekend kan worden. Op kleinere afstanden heeft optisch seinen alleen waarde, als er korte telegrammen gewisseld moeten worden, of als het tusschenterrein zeer moeilijk begaanbaar is. Voegt men daar nog bij de groote moeilijkheid van het vinden van goede opstellingsplaatsen niet te ver van de staven, dan begrijpt iedereen, dat het Hkw. deze optische brigades wel nooit zal gebruiken, doch mochten radio en telegraaf defect zijn een ordonnans per motorrijwiel zal zenden. Waarschijnlijk loopen de optische seinbrigades nog in de formatie uit den tijd, toen het vertrouwen in radiotelegrafie, motorrijwielen, auto's e. d. nog niet heel groot was. M. i. kunnen deze seinploegen bij het hoofdkwartier gerust vervallen. 2. Per brigade wordt beschikt over een radiotelegr. brig., een lichte telegr. brig., een telef. brig, en een optische seinbrig. Het gebruik van het radiostation geeft tot geen bepaalde op merkingen aanleiding, doch de lichte telegr. brig, des te meer. Volgens het M. T. O. dient de lichte telegr. brig, „normaal" ter verbinding van den Brig, staf met het Hkw. Wanneer deze normale toestand intreedt, is niet recht duidelijk, als men bedenkt, dat die lichte telegr. brig, daarvoor beschikt over ongeveer 5 K. M. telegr. en ongeveer 10 K. M. telef. lijn (de 5 K. M. blanke draad laat ik buiten beschouwing als zijnde practisch absoluut onbruikbaar). De afstand Brig, stafHkw. zal dus niet meer dan 15 K. M. mogen bedragen wanneer dat het geval is, weet ik niet. Zelfs al denkt men zich het grootste deel der troepen in de Preanger geconcentreerd, dan zal die minimum afstand wel hoogst zelden bereikt worden. Trouwens voor precies hetzelfde doel beschikt de Brigade over een radiostation met 150 250 K. M. werkingssfeer, dus 10 maal zoo groot. Wel kan de gedachte voorgezeten hebben om deze 26

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 26