eenstemming met de kosten, welke er aan ten laste zijn gelegd. Ik herhaal nog eens dit is geen verwijt aan de collega's van de Inf., er kan van hen niet gevergd worden, dat zij goed voor die taak berekend zijn, omdat zij er geen opleiding in gehad hebben. Zooals ik hierboven schreef ben ik overtuigd, dat het Inf. mat. niet goed in orde is. Toch is er waarschijnlijk nog nooit een telefonist gestraft wegens veronachtzaming van het hem toevertrouwde materiëel. Waarom niet Omdat de officier, belast met het toezicht, niet goed beoordeelen kan wannéér de telefonist schuld heeft en wanneer niet en ook hij waar schijnlijk wel voelt, dat de opleiding als regel zoo is, dat niet geëischt kan worden, dat de man zijn materiëel zoo grondig kent, dat hij verantwoordelijk gesteld kan worden voor het in goeden staat verkeeren. II. Optisch. Het optisch seinen wordt nu 10 jaar door de Inf. beoefend en langzaam, heel heel lagzaam, zijn de begrippen omtrent op tisch seinen iets juister geworden. Om dit te bewijzen vergelijke men de eerste H. O. S. met het tegenwoordige R. O. S. en leze daarbij de critiek van den toenmaligen eerste Luitenant der Genie C. W. GEERLINGS op de H. O. S. (I. M. T. 1911). Toch zijn de resultaten waarschijnlijk nog verre van schitterend. Men leze b. v. „De resultaten van eenige jaren oefenen in den optischen seindienst" (I. M. T. 1916 blz. 208). Een groote fout bij het optisch seinen van de Inf. is, dat optisch seinen zoo een voudig lijkt, dat vele officieren denken, dat zij het volkomen onder de knie hebben. Dit bleek S. b. v. aan de K. M. A., waar hij voorstelde de oplei ding in optisch seinen voor de cadetten der Inf. door een sergeant telegrafist te doen geven. Men. lachte hem uit, optisch seinen was zoo eenvoudig, dat elke Ind officier daar les in kon geven Dit verkeerde begrip omtrent de moeilijkheid van optisch seinen blijkt b. v ook uit 't artikeltje „Het seinen" (1. M. T. 1915 blz. 500) waarvan de schrijver zegt „De opleiding tot in een seinploeg bruikbare seingever en „waarnemer is feitelijk het eenvoudigste, wat er is. Ik neem „aan de eerste de beste ploeg analfabetische koelies in veer tien dagen tijd en 2 uur opleiding per dag daarvoor geschikt „te maken." Schrijver bedoelt het goed, maar geeft zich zelf een zoodanig brevet van onvermogen op het gebied van optisch seinen, dat het me verbaast, dat er nooit iemand tegen deze bewering opgekomen is. Er ligt wel een grond van waarheid in, mits er aan toegevoegd wordt „als seingever en waarnemer op b. v. 100 M. afstand van elkaar staan." Maar op die afstand heeft optisch seinen geen 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 31