hospitalen, welke laatste, wat personeel aangaat, even sterk zijn als de V. Sn. Het geheele geneesk. pers. is dus gelijk aan dat van 6 V. Sn. 1 V. S. bestaat uit 5 O. v. G., 22 man verpl.-pers., 54 z.-dragers en 10 hulp-z.-dragers of 5 O. v. G. en 86 man, wat ongeveer de helft is v|e Eng. V. A., die over 10 O. v. G. en 182 man beschikt. Waar door de Eng. per divisie 3 V. As. worden ingedeeld, heb ben wij de beschikking over 6 V. Sn. (wat personeel betreft), zoodat dit vrijwel gelijk staat. Ik heb hier even bij stil gestaan, omdat indertijd in een verga dering van de 1. K. V., waarin ons Voorschrift behandeld, o a' ter sprake kwam het onecon. gebruik van deze geneesk. eenheden. Uit het debat, dat zich daarover ontspon, heb ik den indruk ge kregen, dat men wel eenheden van ongeveer denzelfden naam heeft vergeleken, maar dat men met de sterkte dier eenheden toén geen rekening heeft gehouden. Zoo zou men hier opper vlakkig kunnen zeggen, dat wij 2 maal zooveel eenheden noodig hebben als de Eng., terwijl bij nadere beschouwing blijkt, dat dit absoluut onjuist is en de totale sterkte der 3 V. As. zelfs nog grooter is, dan die van onze 4 V. Sn. en 2 Veldhospitalen te zarpen. Over de uitrusting van onze V. Sn. en V. Hn. za! ik hier niet uitweiden, alleen kan ik zeggen, dat zij op het oogenblik niet voldoet aan de eischen, die men daaraan stellen mag en moet. Van zeer bevoegde zijde vernam ik echter, dat men al eenigen tijd bezig is m|d geheele uitrusting te moderniseeren, en dat dit laatste nauw verband houdt m|d voorgenomen wijziging van ons trein- wezen, welke in behandeling is. Kunnen de Eng. v|h ziekenvervoer per V. A. beschikken over !0 voertuigen, dus in het geheel over 30 ambulancewagens, zoo is dit aantal voor ons veldleger 24 auto's bij' de V. Sn en 40— 60 auto's dij de V. Hn., in totaal derhalve 64—84 auto's Hier staat tegenover,dat de Eng. nog disponeeren over een motor ambulance convoy, sterk 50 auto's per legercorps en bestemd voor het transport v/d Hd. V. Pn. naar het Evacuatie station en zelfs wanneer het vervoer per spoor onvoldoende is, nog verder naar achteren, d. w. z. naar een vast hospitaal. Het convooi is verdeeld in 3 secties, 2 van 20 en één van 10 auto's, welke laatste sectie gewoonlijk ingedeeld is bij een Evac.- station. Wanneer het noodig is, kunnen echter de beide andere secties of een dier secties ter besch v/d divisie worden gesteld. Uit een oogpunt van quantiteit bezien, maken wij dus geen slecht figuur. Over de qualiteit der Eng. auto's kan ik met uor- deelen, maar gezien de herhaalde klachten over onze ziekenauto's, speciaal wat het schokken betreft, vermoed ik, dat zij de onze in hoedanigheid wel zullen overtreffen. 44 (Slot volgt).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 44