die naar mijne meening niet vergeten mag worden, l.n. onze verkeerde schiethouding. Hieromtrent staat voorgeschreven A. Staande. In het V. S. I. 16: Op den linkerhiel half rechtsom maken en (in dat nieuwe front) gelijktijdig de rechter voet ongeveer drie handbreedten naar rechts verplaatsen, enz., terwijl men ingevolge 17 de kolf daarbij vast en zonder stooten tegen den rechterschouder moet plaatsen. Verder staat in 38 van datzelfde voorschrift ter nadere aanduiding„Teneinde enzmoet de kolf (uitgezonderd bij het gebruik van hooge vizieren, zie Opm. bij 17) in de schouderholte (1) geplaatst worden. Men ziet, alles is tot in de puntjes aangegeven, en toch nr. i. is het fout, want het is ondoenlijk de beweging uit te voeren, gelijk zij is voorgeschreven. Als mén een klasse ziet, den aanslag beoefenende, dan vindt men onder de slachtoffers een groot percentage, dat niet recht voor zich uit richt, maar schuinsrechts men vindt verder een gedeelte en dit is het grootste aantal, dat de kolf aan den buiten kant tegen den schouder geplaatst heeft. Bovendien plaatsen meerdere menschen de kolf zelfs tegen den bovenarm. Wat is hiervan de schuld Slechte opleiding Neen, het voorschrift. Probeer zelf volgens het voorschrift te handelen, het lukt U - niet om de eenvoudige reden, dat gij niet met het front naar het doel gekeerd staat. Hiertoe zou men het geheele bovenlijf moeten draaien, waarbij echter de rechterschouder steeds een weinig achter blijft en dit „weinigje" is juist voldoende, om te maken, dat wij het geweer niet behoorlijk in de schouder holte kunnen plaatsen, tenzij wij in het andere euvel willen ver vallen, van niet recht voor ons uit te schieten. Aan deze fout ware een einde te maken, door beide voeten loodrecht op het front met de punten tegen elkaar te draaien, en daarna de rechter ongeveer drie handbreedten naar rechts te ver plaatsen. Ons lichaam behoudt dan het oorspronkelijke front. Voor het opvangen van den terugstoot, is het achterwaarts verplaatsen van den rechtervoet, (want in werkelijkheid doen wij dit thans) niet noodig, daar deze voldoende wordt opgevangen door het lichaam een weinig vooruit te brengen, en het gewicht een weinig meer op de voetzolen dan op de hielen te doen rusten. 17 V.S.I.). B. Knielende houding. De rechtervoet op den hiel, tot even wijdig aan het gelid, naar rechts draaien, tegelijkertijd met den Dit is de holte tusschen schouder en borstkas gelegen onder het sleu telbeen 38. V. S. I.). 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 47