72 et si l'avantage est de s'en contenter pour agir plus vite, ou d'ajourner Taction pour disposer de plus de forces". Het druppelswijze inzetten van krachten is in ieder geval fout. In hare algemeenheid is deze stelling zeer zeker te aanvaarden, doch hoe komt men tot de wetenschap dat men de minimum noodige sterkte heeft bereikt? De capaciteit van de eigen troepen, die van de tegenpartij, karakter van volk en bevelhebbers, terreins- en weersgesteldheid, zijn alle factoren, welke van veel invloed kunnen zijn. En hoe vaak komt het niet voor, dat deze factoren plotseling van waarde verandereneen afdeeling, welke heden dapper standhoudt, wordt morgen plotseling door een paniek aangegrepen, zonder dat men dit weet te verklaren, enz. De intuïtie, het karakter van den ct. zal in dezen hebben te beslissen, maar toch zal de bevelhebber wijs doen, alles in het werk te stellen om alle beschikbare krachten te vereenigen, al wacht hij ook niet de geheele con centratie af. La Revue d' Infanterie 15 Dec. '20. Lt. Col. X bespreekt in een ver volg artikel de eischen, welke aan een goede organisatie moeten worden gesteld en geeft aan, dat in de eerste plaats in de nooden van de inf. moet worden voorzien. In een volgend artikel wordt de ontwikkeling van de D. inf. beschre ven, waarvan slechts zij medevedeeld, dat in het voorjaar 1918 het Regt. was verdeeld in 3 bat. van 980 man, de comp. mitrs. inbëg epen, zoodat het Regt. in totaal 3000 man telde. Een Sturmbataillon, bestaande uit 4 comp. inf., 1 comp. mitr., 1 comp. vlammenwerpers en 1 inf. batterij werd aan elk leger toegevoegd. Het diende voor o 'leiding in de aanvalsmethode en moest zooveel mogelijk kader en minderen hierin oefenen, terwijl het in voorkomende gevallen detachementen aan de afdeelingen, welke een aanval moesten verrichten, afstond. Wil men het denkbeeld van D. B. in Moderne gevechtsopleiding" LM. T. 2 Febr. '21 verwezenlijken, dan zal een dergelijke oefenschool ook bij ons moeten worden opgericht. Grappig komt ons voor, dat waar bij de D. in 1918 de honden-bericht- brengers op het tooneel verschijnen, onze hondenkennel in 1921 werd afge schaft. Cap. de Nathan beëindigt zijn artikel „Les Balles lumineuses;" de moeilijkheden aan het vuren met mitrs. op vliegtuigen zijn duidelijk aan getoond, ook het gebruik van licht- en rookgevende kogels verandert hier aan niets; hij komt dan ook tot de slotsom, dat het schieten met mitrs. op vliegtuigen slechts in de practijk kan worden geleerd De grootste vijand van het vliegtuig zal o.i. ongetwijfeld het vliegtuig blijven. Allgemeine Schweiz. Mil. Zeitung 8 Jan. '21. Ook in Zw. gaan blijkens het artikel „Die Orientierung nacli Norden" stemmen op om D. Fr. en Oostenr. offn., die veel ervaring in den oorlog hebben opgedaan uit te noodigen, de daartoe aangewezen off. in de moderne gevechtsvoering te onderwijzen. Schweiz. Viertelj. schrift fur Kriegswissenschaft. Heft 4 '20. De Mar- neslag houdt nog steeds de gemoederen in beweging; men komt echter langzamerhand tot de conclusie dat het initiatief van Galliéni, Gen. Joffre ertoe heeft gebracht met het geheele leger een beslissing te zoeken. „Un officier francais" wijst in zijn „Études sur la Grande Guerre" hierop en bewijst dit aan de hand van de gebeurtenissen en officiëele bescheiden. Uit deze beschrijvingen blijkt weer welken grooten invloed Alsdan kunnen er echter wel degelijk goede resultaten mede worden verkregen, vooral tegen laagvliegende vliegtuigen. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 72