74 vindt, dat t.a.v. het Zw. leger tot nu toe gesproken kan worden van „une république fédérative de six divisions". Hoe staat het met deze twee belangrijke zaken in ons leger? Een waarschuwend woord wordt door hem geuit t.a.v. de off. die in het buitenland verschillende cursussen hebben gevolgd en de moderne denk beelden nu in het Zw. leger ingang zullen moeten doen vinden. Deze waar schuwing is ook voor ons van belang bij een eventueele detacheering van buitenlandsche offn. instructeur hier te lande en wordt daarom overgeno men „les off- qui reviennent des écoles étrangères sont une force," mais ils peuvent aussi être une faiblesse. 11 s'agit de créer une doctrine nouvel le, inspirée des exprériences de Ia guerre; mais cette doctrine doif être nationale, adoptée a notre armement, la tache de notre armée et a notre terrain. Les données que nos camarades nous rapportent doivent être syn- thétisées et passées au creuseta eet égard le passé doit nous servir de leqon pour l'avenir. Pour opérer ce travail, il faut une tête et non six ou huit." Omtrent de wijzigingen, welke in de denkbeelden t.a. v. het schieten van de inf. zullen worden aangebracht, geeft kapt. Meyer het volgende aan De theorie omtrent het bundelvuur is foutief geble ken; de oorlog heeft bewezen, dat „Die am haufigsten für Abteilungsfeuer der Inf. fast einzig in Betracht falienden Ziele sind also lichte Schützen- linien auf kurze bis mittlere Distanz. Auf solche Ziele diirfen wir aber nicht mit einer Garbe rechnen, welche das feindliche Ziel gleichmaszig zudeckt, sondern wir werden finden, dasz sich gegen jeden einzeln Gegner eine besondere Teilgarbe richtet. „Da die groszen Distanzen für Inf. nicht stark in Betracht fallen, so hat also die Garbentheorie viel von ihrer Be- deutung verloren." Omtrent de vuurleiding wordt gezegd, d a t de oorlog heeft geleerd, dat van een vuurleiding geen sprake is geweest. Sehr bald ist in der Regel die Féuerleitung den Handen des Zugführers entglitten, an seine Stelle trat der Gruppenführer und schlieszlich war jeder einzelne Mann auf sich selber angewiesen." Het individueële schieten is in aanzien gestegen. Ook deze schrijver geeft aan: „In übrigen ist das Feuer angreifender Schützenlinien, ganz von den Maschinenge- wehren übernommen worden." Het geweer en de handgranaten treden „beide als Nahkampfwaffen in Tatigkeit." Kleine Kopfziele und enge Schieszeinschnitte müssen im langsamen aber prazisen Einzelschieszen rasch auftauchende und wieder verschwindende Objecte mit raschem, sicherem Anschlag erfolgreich bekampft werden können." Men heeft dus scherpschutters noodig; de soldaten die aanleg voor schieten hebben moeten hierin verder worden ontwikkeld; de rest wordt geoefend tot handgranaatwerper, munitiedrager enz. Revue Mil. Suisse Jan. '21. Deze-aflevering geeft o. a. een beschrijving van een der krijgsverrichtingen van het 9de Fr. korps bij St. Gond; en in een ander artikel die van de Fr.Serv. art. in den slag van Dobropolie. „L'instruction d'une unité d'infanterie" behandelt de verschillende vormen van de comp. Ook de schrijver van dit artikel zegt, dat de vuurleiding door den sectiect. of groepsct een onmogelijkheid is gebleken „le direction passe au chef de groupe et finalement a l'homme isolé" en daarom is het noodig, dat het juistheidschieten, dus het individueel, vuur het meest wordt beoefend. Verder geeft Schr. aan, dat de oorlog heeft bewezen, dat de gevechts- vormen reeds op 10—15 K. M. moeten worden aangenomen, hetgeen n. o. m. in onze terreinen niet goed mogelijk is door te voerenwel moet men steeds bedacht zijn door art. vuur te kunnen worden overvallen de afstand waarop dit mogelijk is, is in de eerste plaats afhankelijk van de mate van bedektheid van het terrein.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 74