64
We vermelden verder een art.Spoorwegart. en Landsverdediging,"
waarvan vooral het laatste gedeelte„Mogelijke toepassing op Java," van
belang is. Hierin lezen we: Het is trouwens de vraag, of op onze spoor
wegen voldoende zwaar geschut om den strijd tegen de art. van de vijan
delijke vloot op te nemen, kan worden vervoerd.
Het dunkt ons dan meer dan tijd, dat de oplossing van die vraag ten
spoedigste door de P. M. Sp. Cie ter hand wordt genomen.
S- doet uitkomen, dat hij meer dan voor dergelijke mobiele zware art.,
zou voelen voor het besteden van het daarvoor benoodigde geld aan vloot-
versterking of uitbreiding van den vliegdienst.
Uitermate lezenswaard is het opstel: ,,Het Korps Genieoffn.," waarme
de we in menig opzicht instemmen. We kunnen echter niet inzien, waarom
t. g. t. de pion. cn geen onderdeel der Inf. zouden kunnen vormen en ver
der zijn we het niet eens met S. waar hij alle projecten op het H. B. zou
willen laten maken. Veel liever dan centralisatie, decentraliseere men en
bepale, dat als regel, een project van den Gew. Geniechef in hoogste instan
tie wordt goedgekeurd door den Afd. of Gew. Mil Comdt. zonder verdere
bemoeienis van het H. B., dat niet met pl. toestanden en eischen (ook van
den troep) op de hoogte is en bovendien wel wat anders te doen heeft,
men zie hiervoor het artikel.
We noemen verder deartn.: Krantengeschrijf," door Kapt. Treffers en
„Wat anders kon zijn" door M. In het laatste wordt gewezen op den plicht
van elk off. (en van het kader) om de Chefs te helpen de tucht te hand
haven. Nalatigheid in deze wijst ongetwijfeld op een verslapte dis
cipline bij offn. en kader en dat is nog heel wat erger als bij
den soldaat!
In „De nieuwe Volksraad en de weerbaarheid van Indië" wordt de
vraag gesteld, of er wellicht kans is op verbetering der weerbaarheid, nu
de P. E. B. zulk een machtige positie in den Volksraad gekregen heeft.
We hopen met S. van harte, dat deze bond een def. paragraaf heeft, of
althans ten spoedigste in haar programma zal opnemen.
Overigens bevat het No. de volgende artn 's Lands defensie in 's
Lands Vergaderzaal; de Ind. begrooting in de Tweede Kamer; Ti
tulatuur; Uit Pers en Periodiek; Kameraadschap en wat dies meer zij;
Voor de defensie van Indië; Waarom Indië een vloot noodig heeft; Wat
hebben Leger en Vloot van den nieuwen Landvoogd te wachten? Mede-
deelingen H. B.
D. B.
DE N. I. VERLOFSOFFICIER No. 3.
HET onderwerp uit dit No. is—zooals te begrijpen valt—de Circulaire
D. v. O. I. nopens den overgang in het vaste korps.
Het Bestuur schrijft eerst voornemens te zijn geweest de voorwaarden
puntsgewijze te behandelen, zag daar echter van af:
„aangezien blijkbaar eerst na het binnenkomen dier opgave (van
gegadigden), zal bepaald worden of de voorstellen ongewijzigd zullen
blijven, en aangezien wij op dit ééne punt zekerheid hebben, dat wanneer
dit laatste het geval mocht blijken te zijn, de gelegenheid dan slechts
voor zeer weinigen onzer bestaat, daar komt het ons het meest wen-
schelijk voor voorloopig alleen de feiten te laten spreken."
Indien die „zekerheid" juist is, dan zal het zeker zaak zijn de
voorwaarden te wijzigenbij het heerschend tekort aan offn. is o. i. „wa
ter in den wijn!" aangewezente meer waar het geldt functionarissen, die
reeds over eenige Indische praktijk beschikken, wier verdwijnen dus een
niet onbelangrijk verlies zou beteekenen
N. o. m. is er—indien men iemand voor drie jaren act ie ven dienst
aanneemt—geen enkel plausibel motief om hem ook niet „voor vast" te