Maar toen was ook de laatste van de binnen hun bereik zijnde caissons leeggeschoten. In den strijd waren zij echter gesteund door een mitrailleur, die in de nabijheid' aan een wegenknooppunt was opgesteld. Deze werd bediend door een mitraillist, die blijkbaar door de overvalling geen tijd meer gehad hebbende zich geheel te klee- den, in zijn onderbroek op zijn post was gesneld. Hij was echter niet de eenigste, die in négligé aan het gevecht deelnam, vele officieren door het schieten in hun slaap gewekt, vochten den geheelen morgen half gekleed en voltooiden hun tenue eerst, nadat door het tijdelijk teruggaan der Duitschers de gevechtsomstandigheden dit mogelijk maakten. Gedurende het Artillerieduèl, dat een zeer snel verloop had, werd het mogelijk, dat de Engelsche troepen zich eenigszins ordenden om in het gevecht in te grijpen. De huzaren, die N. van het dorp bivakkeerden, hadden bijna al hun paarden ver loren. De dragonders, die meer achterwaarts waren gelegerd en minder geleden hadden, gingen tot den aanval over en vermees terden de D. batterijen. Veel tegenstand van D. infanterie(lwerd niet ondervonden. Een ingezette vervolging stuitte echter op aanrukkende versterking, zoodat de Engelschen besloten op Néry terug te gaan, alwaar zij met medevoering op auto's en karren van hunne gewonden en voor zooveel mogelijk van het materiëel, den terugtocht voortzetten. De acht veroverde kanonnen moesten zij achterlaten, evenals 32 caissons van hun eigen artillerie, benevens al het harnache- ment van de gedoode paarden. Om 12 uur 's middags was er geen Engelsch soldaat meer te Néry. Twee uur later kwamen de eerste Duitschers en begon de doortocht van een Armeekorps. De door de Engelschen geleden verliezen zijn niet bekend. De D. begroeven in den namiddag de gesneuvelden, Duitschers zoowel als Engelschen. Nog gedurende verscheidene dagen vond de bevolking hier en daar onbegraven lijken, terwijl zij nog 200 a 300 doode paarden begroef. De eenig overgebleven officier uit het gevecht bij Néry Luite nant Giffard werdt met het legioen van Eer gedecoreerd. De opperwachtmeester Dowell ontving het Victoria Kruis en de overigen de militaire medaille. Uit vorenbeschreven gevechtshandeling blijkt wederom le. Ook voor een terugtrekkende troepenmacht, die in aanraking met den vijand was, is het van belang, zij het ook slechts Er was geen D. infanterie. De overvalling geschiedde door de 4e D. cavalerie Divisie. L. 18

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 18