44 Ie. Kanonnen van 1215 cM. met directe richting te bezigen, om het opruimen van de hindernis te beletten, (versperringsbatterijen). -de. Geschut van 30,5 cM. L 30 of zwaarder om het zwaarder materieel van den vijand op behoorlijken afstand te houden, dus de versper ringsbatterijen te beschermen, waarbij eveneens directe richting gewenscht is. 3de. Geschut van 1519 cM. om de nadering van licht materieel tijdens den geschutstrijd met het zware materieel te beletten Voor dit ge schut zijn permanente opstellingen niet noodig, zoodat spoorweg- geschut kan worden gebezigd. 4de. Anti-luchtvaartgeschut. Schr. berekent, dat elke batt. der drie eerst genoemde art. soorten uit o stukken moet bestaan, welke wat die ad 2e betreft met onderlinge tus- schenruimte van 150 M. wat die ad 3e aangaat van 100— 150 M. moeten worden opgesteld. S. vermeent, dat die ad 1ste veelal met een klein schoolsveld kunnen volstaan ln „Silhouetten van ons ander leger" worden geen nieuwe gezichtspunten geopendgewaarschuwd moet worden tegen het te veel waarde hechten aan het begrip „regeeringszetel"2). Bandoeng zal in een oorlog niet van belang zijn, omdat de regeeringszetel daarheen is verplaatst, maar omdat ■de hoogvlakte de basis van het veldleger vormt. Met het lot van het leger wordt tevens dat van de regeeringszetel, waar die ook moge zijn gevestigd, bepaald. Mavors Febr. '21. In „De oorlog met machines" wordt het boek van den chef v. den Taf van het Br. tankkorps, Kol. Fuller „Tanks in the Great War 191418" besproken. Deze geeft als zijn meening te kennen, dat met de toename van de materieele waarden in de legers, gepaard moet gaan een vermindering of veronachtzaming van de psychologische. Hij voorspelt, dat in de toekomst de fabrieken-magazijnen-regeeringszetels, kortom de vitale deelen van het land beveiligd worden door enorme droge grachten (natte hebben geen nut, omdat de toekomstige tanks zich ook in het (onder) water zullen kunnen voortbewegen) en uitgestrekte mijnvelden. De aanvalswapens zullen bestaan uit vliegtuigen en tanks. Het heeft er eel van weg, dat Schr. het eens is met Kol. Fuller; geheel vergeten wordt echter, dat de tank alleen dank zij de plotselinge verschijning op het gevechtstooneel zoo'n succes heeft kunnen behalen; doch reeds spoedig werden de verd. middelen er tegen vervolledigd, en men kan er zeker van zijn, dat ook hier een strijd zal ontstaan tusschen projectiel en pantser. De vraag rijst of Kol. Fuller, door het succes, dat zijn wapen heeft behaald, niet een weinig zijn evenwicht is kwijt geraakt. Welke uitbreiding de machine als oorlogsmiddel ook moge k r ij g en, steeds zal de oorlog een str ij d tusschen menschen zijn en zal dus ook eeuwig het psychologische deel der waarden de grootste factor vormen. In het art. „Maskeeringen" wordt het groote nut van de camouflage oehandeld. Schr. opent in dit deel geen nieuwe gezichtspunten, wellicht zal het vervolg meer opleveren. Kortheidshalve moge worden verwezen naar het uittreksel van „Camouflage" in de April aflevering. 1). Wij zijn dit niet met S. eens: zij vuren uitsluitend op mijnenvegers •en visschers en dergelijke; moeten zooveel mogelijk gelegen zijn in het verlengde van de meest waarschijnlijke koersen van vijandelijke mijnvegers en voornamelijk vuur kunnen brengen vóór de versperring; zijn er geen waarschijnlijke koersen aan te geven, dan is een groot schoolsveld noo dig. Opstelling op pivót is in elk geval vereischt. 2). In internationalen zin bestaat er geen Regeering in Indië, dus ■ook geen Regeeringszetel. Red

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 44