46 'ia ruse sur des troupes désorganisées, démoralisées, sur des cöh- vois embouteillés, c'etait la poursuite," kan in het algemeen worden ingestemd. Na in het kort de verrichtingen van de cav. in den Balkan, en in Pales tina te hebben vermeld, komt hij tot de conclusie, dat de cav. aan haar taak heeft voldaan. Het spreekt vanzelf, dat organisatie en oefenin°- van de cav. gelijken tred hield met de behoeften; in Dec. 1916 gold het prin cipe „l'organisation et l'instruction reposent sur ia pratique du combat a pied, envisagée comme mode d'action normal de l'arme". In 1919 echter domineerde weer het principe: „La possibilité de tran- porter rapidement et a travers tous pays des moyens de feu puissants, jointe a une grande capacité manoeuvrière, sont les qualités distinctives de la cav." Dus de eigenschappen „vitesse et mobilité" komen op den voorgrond. Hiermede samenhangende wordt door verschillende schrijvers aanbevolen een organisatie van de cav. als volgt: De kleinste eenheid is het peloton, dat in staat moet zijn het gev. te voet te voeren met een sterkte van dié van 2 groepen inf.; het esk. telt: 1 commandogroep, 4 pel. elk aangevoerd door een off. en 1 sectie mitr. Totaal 200 man, 8 geweermitr. en 1 sectie mitr. Het regt. telt: 4 esk., 1 esk. spec, diensten (pel. des services, pel. des transmissions et pel. automobile) 2 sect. Rijdende Art., 2 auto's voor het vervoer van een van de 2 dagen vivres en 1 pers. auto en 2 motorrij wielen met zijspanwagen voor de verbindingen. In een art. „Le char remplace-t-il la cavalerie?" wordt de waarde van de tank n. h. v. zeer juist aangegeven en komt de Schr. tot de volgende o. i. juiste conclusie: „Aujourd'hui, comme il y a cent ans, comme il y a vingt siècles il faut de la cav., autour de l'inf., centre de gravité de la bataille". Wel zal de cav. gebaat zijn met de toevoeging van eenige tanks. De waarde_ van de tank is voor indië, in verband met den aard onzer terreinen, geringer dan in de vlakten of heuvelterreinen in Frankrijk Slechts op enkele terreinen en op de wegen zou hier te lande dit nieuwe strijd middel kunnen worden gebezigd. Waar bij ons nog zooveel noodiger zaken voorziening vereischen, kan de aanschaffing van tanks voorloopig gevoe gelijk achterwege blijven. Ook uit een ander, meer filosofisch oogpunt is dit art. lezenswaard. „Tout ce qu'on peut inventer ne touche pas au carractère principal de la guerre, qui est d'etre fait par des h o m m e s. C'est l'honime qui se bat, quelle que soit l'arme qu'il a pu créerl'enjeu c'est sa vie - sa valeur peut avoir toutes les grandeurs allant du courage a la peur ou rnieux de l'héroïsme a la lacheté. II reste done, en définitive deux facteurs i combiner, pour muer la lutte L'armement et 1' h o m m e 1 e matériel et le moral. Qui a vu la bataille de loin peut avoir foi dans ie matériel- qui est entré dans la fournaise sait que le moral est „1 e roi de la bataille." La difficulté d'organiser l'arme est d'établir la juste propor tion entre ces deux éléments. Se préoccupe-t-on de maintenir eet équilibre?" Wordt dit uit het oog verloren, dan wordt het leger topzwaar. De lezing van de beschrijvingen der krijgsverrichtingen van de 6de Div. Lav. in Lotharingen, waarin een aardig voorbeeld van het gev. te voet voorkomt, zij onzen cavaleristen aanbevolen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat de handpaarden op 500—1000 M. achter de linie en dan nog aan den voet der hellingen en achter een boschrand waren opgesteld - onze manoeuvres geven maar al te dikwijls een te korten afstand te zien' Ook de verrichtingen van enkele onderdeden in den strijd in Palestina en aan het Westfront zijn zeer interessant; voortvarendheid, mits gepaard aan doorzicht, zal nog steeds gunstige resultaten opleveren. „L'élévage et la defense nationale" behandelt de paardefokkerijis voor Fr. voor de fokkerij van trekpaarden weinig Regeeringsbemoeienis noodig die voor rijpaarden vergt subsidie en Staatstoezicht. In verband met het paardenras op Java is voor mil. doeleinden voor beide soorten van paarden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 46