53 aanval op een ingerichte stelling; wel kan het gebrek aan art. in zulke gevallen eenigermate worden opgeheven door het gebruik van mitrs. Oberslt. Knapp beëindigt zijn art. „Das angriffsverfahren der Inf." Bij de nadering zal de inf., bevuurd wordende door art. en vliegtuigen, zonder zelf te vuren, de tegenpartij zoo dicht mogelijk trachten te naderen; dit voorwaartsgaan geschiedt vrij van alle reglementaire vormen, het terrein bepaalt, welke vormen moeten worden gebezigd. Dan komt een periode, dat zij onder mitr.- en ook inf. vuur komt; vanaf dit tijdstip begint de eigenlijke aanval. Gesteund door art. en mitrs. wordt getracht de „Sturmausgangsstellung" te bereiken. Op de korte afstanden zal de inf. vanzelf naar het geweer grijpen en het vuur openen om de voorwaartsche beweging mogelijk te maken. De lichte mitrs. zijn in voorste linie. „Das ist das Stadium des Angriffs, wo Sprunge und Feuerhalte sich ganz von selbst ergeben und unumganglich notwendig sind." De tusschen- ruimte op open terrein bedraagt 6 8 M.; een sectie zal een groot front innemen, moet dus in groepen worden verdgeld (Het Fr. „groupe de combat"); frontbr. van 1 sectie is 100 M., waarbij zij in 3 echelons achter elkaar optreedt. De comp. heeft een frontbr. van 2 300 M., 2 a 3 secties in voorste lijn, iedere groep (sectie) tracht op zich zelf de „Sturmstellung" te bereiken, waarna de storm plaats heeft. Heel voorzichtig merkt Schr. op: „So unge- fahr denke ich mir theoretisch unseres Angriffsverfahren." In „Inf. geschütze" wordt aangegeven, dat het in den bew. oorlog al spoedig noodig bleek de inf. de beschikking te geven over een lichte geschutsoort „welche sich bei der Inf. befinden, mit ihr vorgehen und dem Kommando des Inf. führers unterstellt sein sollten." Ook in den loopgr. oorlog bleek dit wapen van groot nut voor het beschieten van mitrs. en bijzonder lastige scherpschutters, achter schilden gedekt. Men bestemde hiervoor in 1915 het z. g. 3,7 c. M. geschut in secties van 2 st. aan elk Bat. toegevoegd. Het proj. (0,65 K. G.-Vo 175 M.) had voldoende uitwer king tegen de schildmitr., tegen zandzakinrichtingen en de zich daarachter Bevindende levende doelen. Het geschut in 3 manlasten van 27 K. G. deelbaar, kon ook op draagdieren worden vervoerd. Langzamerhand won het denkbeeld veld aan de inf. een geschutsoort met grootere uitwerking toe te voegenmen nam proeven met 4,7 c. Ms. en met verbeterde 3,7 c. Ms. met projn. met een gewicht en Vo van 0,9 K. G.-190 M., resp. 0,75 K.G - 250 M. In 1918 kwam aan het Ital. front van elk dezer soorten een sectie in be proeving. Het art. zal worden vervolgd. Mil. Wochenbl. No. 33 1 Febr. '2 1. Het art. „Flak'' (Flugabwehr- kanonnen) vermeldt de moeilijkheden, welke men met dit geschut tijdens den wereldoorlog heeft ondervonden. Niet georganiseerd, toegerust met allerlei soorten geschut, welke maar eenigszins voor dit doeleinde deugden (aan het einde van den oorlog waren 25 soorten in gebruik), zonder vol doende vredes oefening, heeft het gebruikt van dit wapen, niettegenstaande de groote moeilijkheden bij het schieten, tot gevolg gehad, dat de hoogte, waarop de vliegmachines vlogen van 800 in het begin, tot over de 3000 M., ja zelfs tot 4000 M. steeg, waardoor de waarneming, het werpen met bommen en het photografeeren zeer werden bemoeilijkt. Uit een korte bespreking van het nieuwe „Vorschrift fur Leibesübungen" blijkt, dat thans in D. meer dan vroeger aandacht wordt besteed aan de oefeningen met het geweer, de lichte athletiek, die Aufgabe der natürlichen zur Starkung der inneren Organe Herz und Lunge wichtigen Ubungen im Laufen, Springen, Werfen und Heben zeigt, dasz der Wert dieser Ubungen für den Soldaten voll erkannt ist. „Ook het zwemmen is verplichtend gesteld." H.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 53