Naarmate natuurlijk de radiotelegrafie steeds meer haar oorlogs
bruikbaarheid bewijst, kunnen de formaties ad a en b ingekrom
pen worden.
Dit thans reeds tot in details uit te werken is monnikenwerk.
Op speciale optische seinploegen is niet meer gerekend,
aangezien de waarde van optisch seinen op
groote afstanden in Indië zeer problematiek
i s met het oog op de veelvuldige nevels in het bergland en
het betrekkelijk geringe uitzicht in de vlakte. De zoo buiten
gewoon gemakkelijke kerktorens uit Nederland missen we hier
helaas.
In het bovenstaande moet vooral niet meer gezien orden dan
een zeer globaal schema, aangezien geen rekening is gehouden
met het vervoer der materialen. Het kan n. 1. blijken, dat het
gewicht iets te groot is voor vervoer op een kar, dan zal men
m. i. beter doen de hoeveelheid kabel iets te verminderen, dan
er een tweede kar bij te doen. Of wel, er blijft nog gewicht
over, dan kan de hoeveelheid kabel desgewenscht uitgebreid
worden.
De hoofdzaak waar het om gaat is: alle kracht gecen
traliseerd ter beschikking van den Brig. Comdt.
en het personeel en materiëel zoodanig onder
verdeeld in werkeenheden, dat deze een zelf
standige opdracht kunnen uitvoeren.
Het vervoer zal liefst op treinkarren en draagpaarden moeten
geschieden, zoodat geen apart soort karren aangehouden behoeft
te worden. Dit maakt verwisseling van raden en assen hoogst
eenvoudig; deze is thans practisch vrijwel uitgesloten.
5 e Alle telegr.-, telef.-, en radioafdn. worden vereenigd tot
een Baton. Berichtentroepen, bestaande uit
1. Een cie. staftelegr. en stellingtelef. troepen, tezamen 230
man. Waar deze troepen echter wel voor 90 °/0 uit mi
litie kunnen bestaan, de stellingtelefonisten zelfs heelemaai,
zal de presente sterkte niet meer dan 40 man zijn (n. 1.
15 vrijwilligers en 25 miliciens).
2. Een brommertelegr. cie., bestaande uit 4 secties. Elke sectie
sterk 30 man, totaal 120 man, waarvan 24 vrijwilli
gers en 96 miliciens.
3. Een telef cie., bestaande uit 4 secties, elke sectie 80
man, dus totaal 320 man, .waarvan 80 vrijwilligers en
240 miliciens
4. Een radiocie., waarbij ingedeeld a 1 het radiopersoneel en
materiëel. Voor de bediening van het materiëel, als waarop
boven gerekend is, zijn noodig 60 telegrafisten en 120
De spatieering is van ons.
Red.
14