2e. Indien Engeland, noodgedwongen, in Indië onze neutraliteit
zou schenden, waardoor Nederland, door Indië, mede
tegen eigen belang in, gedwongen zou worden vijandig te
worden tegen Engeland
De vraag rijst dan pok onwillekeurig of indien Nederland
geen aansluiting bij Engeland wenscht het geen zaak is, de
mogelijkheid te scheppen, dat in internationalen zin Holland
en Indië elk eigen wegen bewandelen.
Autonomie van Indië, wat buitenlandsche aangelegenheden
betreft, zou bij het volharden in de oude gedragslijn van isolatiën
o. i. niet ongewenscht zijn.
E. N. V.
BERICHTEN WISSELING TE VELDE.
(Slot)
c. Berichten wisseling bij de bereden artillerie.
I. Telefonisch.
Er zal thans wel niemand meer het groote nut van telefonische
verbinding voor de Art. ontkennen. In tegenstelling met de Inf. is
het hierbij wel degelijk noodzakelijk, dat per batterij een bepaalde
hoeveelheid materiëel beschikbaar is.
Alleen kleeft ook aan deze organisatie de groote fout, dat het
personeel geen goede opleiding kan krijgen, omdat de aangewezen
instructeurs, de offn., geen goede opleiding gehad hebben Wordt
daar afdoende verbetering in gebracht, dan zullen de resultaten
aanzienlijk verbeteren. Wel is waar is bij A. O 1918 no. 103
bepaald, dat jaarlijks eenige officieren en onderofficieren van de
Art. een opleiding in telefonie bij detelegr. afd. van het Korps G.Tr
zuilen ontvangen, doch het aantal deelnemers is n. m m. te
gering om spoedig goede resultaten op te 1- veren.
Waarom is die opleiding voor de Art. wèl en voor de Inf. niet
noodig?
II. Optisch.
Als bij de Inf. (Zie b. II.)
d. Berichte n wisseling bij de vestingartillerie.
Hien/an is mij maar heel weinig bekend, echter doet het
„Voorschrift cp den Telef dienst van de Vest. Art." het ergste ver
moeden, wat betreft de deugdelijkheid der opleiding. Voor be
langstellende lezers verwijs ik naar dit voorschrift, doch raad
hen tevens aan daarbij de critiek van den Kapitein MAURER te
le/en n. 1. „Onze voorschriften voor de Veldtelefonie (I. M. T.
1916 blz. 154).
9