3e Bij een halve sectie zal men slechts te beschikken hebben over': 1 Eur. sergt., 1 id korpl., 5 id soldaten, en 10 a 11 Inl. soldaten. Nemen wij aan, dat met dit persojieel het een of ander een voudig werk, zooals b- v. het maken van een kleine loopbrug, moet worden verricht, dan zullen er al dadelijk eenige werkers uitvallen een man zal wellicht als ordonnans worden uitge zonden, een man zal, indien bij avond gewerkt wordt, voor de verlichtingsmiddelen moeten zorgdragen, 2 zullen vermoedelijk de opdracht krijgen om optisch verbinding 2) te onderhouden met den Br. Comdt., zoodat er voor het eigenlijke werk nog maar 11 man overblijven. Laat er nu in oorlogstijd een 3 tal mannen afvallen wegens ziekte of gewond raken, dan blijven er slechts 8 man beschikbaar. Met dit handjevol menschen nu is het onmo gelijk om te velde werkzaamheden van eenige beteekenis uit te voeren Een splitsing van de sectie Genietroepen is dus beslist af te keuren. Om deze splitsing tot de uitzonderingsgevallen te doen behoo- ren, kan men twee middelen toepassen. a Het uitbreiden van de technische velduitrusting en het wij zigen van hare bepakking. Dit zou echter een zeer onvoldoend lapmiddel zijn, daar de hierboven onder 2e en 3e genoemde bezwaren dan blijven bestaan. b. Het uitbreiden der sterkte aan veldpioniers, waardoor al le drie bezwaren zullen vervallen. Dit laatste is wel het middel om tot verbetering te geraken; per Brigade ware n. m. m. minstens op 1 Cie. Q. te rekenen. De totale sterkte aan Genietroepen alleen voor het veldleger zou dan 1 Baton bedragen. Voor de overige, niet tot de taak van het veldleger behooren- de en na de mobilisatie te verrichten vele technische werkzaam heden, zou n. m. m. voor elke Mil. Afdeelingnog minstens een cie. pioniers noodig zij n.3) Het zou hier niet de gewenschte plaats zijn om met cijfers aan te toonen, dat deze sterkte voor het beoogde doel noodza- Zal n. o. m. slechts zelden voorkomen. Red. 2) Toch niet bepaald noodig. Red. 3) Voor deze bij mobilisatie of in oorlogstijd te verrichten werkzaamhe- den kunnen evengoed, zoo niet beter (gerequireerde of ingehuurde) burger werkkrachten worden, gebezigd. Een en ander kan niet het motief zijn, om in vredestijd een grooter aantal genietroepen te on derhouden. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 17