Generalstabler „Die allgemeine Verpflegungslage der von auslandischer Zufuhr völlig abgeschnittenen Heimat zog hier allerdings schmerzlich enge Grenzen. Um so mëhr muss aner- kant werden, was auf diesen Gebiet geleistet worden ist" en ten slotte schrijft Ludendorff: Der Feldintendanturbeamte hat- te zu Beginri des Krieges infolge seiner formalen Friedensausbilding mit vielen Schwierigkeiten zu kamp- fen. Der Personcilbestcind war cinch zu gering. Spaicr fand 6r sich in seiner verantwortungsreiche Aufgabe. Seine hingebungs- und entsagungsvolle Arbeit hat der Truppenführung wie dem Mann in der Front gedient". Met opzet heb ik een paar zinnen gecursiveerd, omdat de neergeschreven gedachte voor ons de zeer ernstige overdenking ten volle waard is.2) Dat de Int. voor vele groote moeilijkheden stond, is voorwaar geen wonder; de wereldoorlog vond op verplegingsgebied zijne wederga niet. De lessen van vroegere oorlogen waren, hoe nuttig ook, op den modernen verplegingsdienst slechts betrekkelijk van toepassingmen had rekening te houden met tal van nieuwe doorslaggevende factoren, het was uiterst bezwaarlijk om te voor zien in de behoeften der moderne reusachtige legers. Daarbij was de strijd geworden een worsteling der volken, niet meer die der legers. De verpleging van het D. leger moest zich aanpassen aan de voorziening in de volksvoeding; om het vaderland te ontlasten, werd het bezette gebied geëxploiteerd. Ieder leger had tot taak om in haar gebied den bodem te cultiveeren en de productie er van zoo hoog mogelijk op te voeren. Het spreekt van zelf, dat noch de Intendant, noch de verplegingsofficier, noch de troepenofficier hiervoor tijd hadden. En zoo vond de instelling plaats van een Wirtschatsoffizier". Deze titularissen werden zoowel op het West- als op het Oost front in werking gesteld. Zijn algemeene taak was bebouwing van het veld, oogsten, melkerijbedrijf, veeteelt, veemest, teelt van pluimvee, verzorging van het zaaien, vordering van arbeidskrachten en landbouwwerk tuigen enz. Volgens de K. Et. Ord. van 12 Maart '14 heeft de General- quartiermeister de leiding van het geheele etappenwezen. De Generalintendant had het geheele veldverplegingswezen te bewer ken en kreeg tot 1 Jan. 17 er nog bij: de economische exploitatie van het bezette gebied. Vandaar, dat einde Oct. 14 de Gen. Quar- tiermeister gelastte om econ. commissies bij de etappeninspec- tie te vormen, teneinde de hulpbronnen van het bezette vijand, gebied te benutten. Hierdoor werden in bedrijf gesteld voed- seldrooginrichtingen, graanmolens, bakkerijen, brouwerijen, slachterijen, electrische krachtwerken, houtwolfabrieken, mineraal- De spatieering is van ons. Red. 2) InderdaadRed. 2

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 2