dat wellicht mijn huis of plunje wat schamel is, dit laatste zou
v a 1 s c h e schaamte zijn, dus dom.
Wat het gereedschap betreft, mijn leermeester kan me nu
prachtig vertellen wat er al zoo noodig is en is hij niet min of
meer gebonden aan het reeds voorhandene, wellicht minder
bruikbare.
Ben ik nu niet alleen wat mijn opvattingen betreft maar
ook finantiëel onafhankelijk, dan koop ik wat hij me opgeeft.
Ben ik finantiëel wèl afhankelijk van een ander (die dan ook
machtiging gaf tot het nemen van den leermeester), zoo wend ik
me tot hem en vertel wat de leermeester DIE HET WETEN
KAN noodig acht.
Zou er dan niet veel kans bestaan, dat ik dan die middelen
eerder kreeg dan bij het volgen van de methode A, vooral in
Nederland en in Ned. Indië
D. B.
IETS OVER DE ADEMHALING BIJ LICHAMELIJKE
INSPANNING.
(„PERSING" EN „ADEMNOOD").
We leven in een tijd, dat de lichamelijke opvoeding zich meer
en meer naar voren dringt. Steeds wordt meer erkend, dat er
harmonie moet bestaan, tusschen de geestelijke en lichamelijke
ontwikkeling. Soms moet deze laatste zelfs op den voorgrond
treden en dit op de eerste plaats wel bij den soldaat.
Over de wijze, het systeem, om deze ontwikkeling te bevor
deren en tot zekere hoogte op te voeren in het leger, hier spe
ciaal het Indische leger, wil ik het niet hebben. Ik constateer
slechts de noodzakelijkheid van dat bevorderen met als gevolg
de onmisbaarheid van onderwijzers in de lichamelijke opvoeding.
Van den officier mag geëischt worden, dat hij als zoodanig
kan optreden. Zal hij niet steeds persoonlijk met dit onderwijs
belast zijn, bij hem berust dan toch de leiding. Hij moet toezicht
houden en hiertoe is een behoorlijk inzicht in deze materie noodig.
Eén der voornaamste dingen, waarop de aandacht van den
onderwijzer steeds moet zijn gericht, is de „persing," omdat
hieruit een blijvend nadeel voor het hart kan ontstaan.
Een spier, die hare volle kracht moet uitoefenen, zal dit het bes
te kunnen doen, wanneer zij werkt vanaf'een punt, dat vast zit.
Moeten wij een zwaren last naar ons toe trekken, doch ons
lichaam staat niet vast, dan zal onze spierarbeid tot gevolg heb
ben, dat wij zelf naar den last worden toegetrokken. De spieren
kunnen dus niet hare volle kracht ontwikkelen. Zetten we
43