Waren de troepen doorgedrongen, dan zou de verplegingstoe- stand catastrophaal geworden zijn. Dat is'echter niet geschied, de slag a/d Marne en de afloop daarvan dwongen het leger om terug te gaan achter de Aisne Toen de stellingoorlog intrad, werden de verplegingstoestanden dadelijk beter: de eindstations der spoorlijnen werden zoo dicht mogelijk achter de stellingen gebracht (Etappenhauptort), terwijl deze stations onderling en met de stellingen verbonden werden door een net van décauvillelijntjes. Langzamerhand werden de verbindingen beter, maar doordat de rechtervleugel werd verlengd tot aan zee, had dit gedeelte der verbindingszone te veel met troepentransporten te doen en leed de algemeene opvoer van benoodigdheden zeer. In verband hier mede las ik een gebiedsbeschrijving, welke verhaalde, dat in Vlaanderen de stellingen zich bevonden in een dicht bewoonde streek met voorraden van allerlei aard. In de eerste weken was de opvoer hoofdzakelijk aangewezen op de voertuigen en was men afhankelijk van de wegen. De streek was echter arm aan goede wegen, doch die werden gebouwd. De streek om Arras (een later stadium) leverde tot de lijn Aibert-Chaulnes-Roye geen broodkruimpje, het was daar één woestenij. Hier was de opvoer van groote hoeveelheden materieel i. c. ver- plegingsbehoeften voor een operatie op groote schaal onmogelijk. De terreinen en bodemgesteldheid lieten dat niet toe. In dit terrein was dus voor de meer eenvoudige troepenverpleging dé- cauville spoor van groot gewicht. Behalve de landwegen werden ook de goed ontwikkelde wa terwegen in België en Fr. benut. In '17 werd daarvoor een Mi- litarkanal-Direction te Brussel opgericht, ondergeschikt aan den Feldeisenbahn Chef. In de dagen voor de groote offensieven werd de grootste in spanning van de Intendance en van de verbindingen gevorderd. Groote troepenopeenhoopingen hadden op een beperkt gebied plaats, groote massa's levensmiddelen werden hiervoor vereischt. Tusschen de troepentransporten dóór, moesten de verpl. treinen hunne kostbaren inhoud te bestemder plaatse brengen, terwijl al die transporten zwaar te lijden hadden van het vijandelijk vuur. De vijand bestookte de stations met zware Art.- en vlieger- bommen; hij wist veelal, dat er enstige gebeurlijkheden op til waren. Juist deze wisselende toestanden waren voor een gere- gelden gang van zaken zeer moeilijk; de factor „tijd", die hier op het Westfront bij die voorbereidingen als regel geen dwingende rol vervulde, compenseerde echter vrijwel volledig de te over winnen moeilijkheden. Is de tijd daarbij echter nog krap toegemeten, dan. Met recht zegt ritm. Hummelein brauchbares Verple- gungssystem kann man nicht auf theoretischer Grundlage aufstellen, „die praktische Erfahrung muss massgebend sein. Die Kenntnis 6

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 6