Financiëele beschouwingen.
Marine.
De kosten van aanschaffing van het genoemde materieel worden
gelijkelijk verdeeld over een tijdperk van 12 jaren. Daartoe wordt
een fonds opgericht, genaamd Vlootfonds 1922, waarvan de be
grooting van inkomsten en uitgaven jaarlijks bij de wet wordt
vastgesteld. Het fonds zal worden beheerd door de Ministers van
Marine en van Koloniën.
Ten laste van die begrooting komen
le. de kosten van aanschaffing van het materieel, waarvan de
kosten verdeeld worden over 12 jaar, zoomede van de daar
voor benoodigde munitiën, torpedo's, mijnen en verdere be-
noodigdheden
2e. een uitkeering ten bedrage van 6 ten honderd van het voor
schot
3e. in de jaren, dat de stand van het fonds zulks zal toelaten, een
uitkeering tot terugbetaling van het in het vorige lid bedoelde
voorschot tot zoodanig bedrag als daarvoor kan worden ver
strekt uit de inkomsten van het fonds.
Het vlootfonds voor den eersten termijn zal groot zijn
188.385.000 de annuïteit zal dan bedragen 18.462.000, zoodat
bij gelijke verdeeling der kosten een som van 9.231.000 ten laste
van Nederlandsch-Indië komt. Met nadruk is er op gewezen, dat
er na 6 jaar in de aangegeven richting met bouwen moet worden
doorgegaan, het tweede gedeelte van de vloot moet er komen, als
men het eerste gedeelte heeft aangenomen. De vloot, die in 12
jaar tijds gebouwd wordt is als het uiterste minimum te beschou
wen worden de plannen voor de eerste 6 jaar aangenomen dan
neemt men tevens de moreele verplichting op zich om den bouw
voort te zetten.
Op gelijke wijze zal worden ingesteld een Vlootbasisfonds 1922,
echter verdeeld over 30 jaar, ingaande 1 Januari 1922, en beheerd
door den Minister van Koloniën.
Uit dit fonds zullen moeten worden betaald
le. de uitgaven voor kazernebouw, aanleg van vliegterreinen, op
slag van munitiën en andere werken voor de inrichting van
het te Tandjoeng-Priok te vestigen vlootsteunpunt en van het
hulpsteunpunt in den Riouw-archipel, zoomede verbetering en
uitbreiding van de maritieme inrichtingen te Soerabaja, met
uitzondering van de uitgaven voor de marine-werven
2e. de uitgaven voor de verdedigingswerken noodig voor het
beveiligen van het steunpunt te Priok en het hulpsteunpunt in
den Riouw-archipel, de kustversterkingen te Soerabaja en het
aanleggen van eene batterij te Makassar
3e. een uitkeering aan de middelen van Nederlandsch-Indië ten
bedrage van 6 ten honderd van het voorschot
14