4e. in de jaren, waarin de stand van het fonds zulks zal toelaten
een uitkeering aan de middelen van Nederlandsch-lndië tot
terugbetaling van het in het vorige lid bedoelde voorschot.
Het vlootbasisfonds zal, met inbegrip van een post voor onvoor
ziene uitgaven, bedragen 99.000.000 de annuïteit ten laste van
de Indische begrooting zal dan zijn 5.895.000.
De verdeeling der kosten zal berusten op de volgende grond
slagen
a. voor de geheele staatsmarine moet worden vastgehouden aan
de in de laatste jaren ten opzichte van de kruisers en de voor
Indië bestemde onderzeebooten aangenomen gelijke verdeeling
van de kosten van aanbouw over de staatsbegrooting en die
van Nederlandsch-lndië.
b. De bedrijfskosten van de schepen behoorende tot het deel der
staatsmarine, dat bestemd is voor den dienst in Nederlandsch-
lndië, behooren te komen ten laste van de Kolonie, die van
het overige deel der Vloot moeten door Nederland worden
gedragen, behoudens de kosten der pensioenen van het Euro-
peesche personeel, welke gelijk zijn te verdeelen over de
Staatsbegrooting en die van Nederlandsch-lndië.
c. De kosten van de inrichting en van de verdedigingswerken van
steunpunten in Nederland moeten komen ten laste van de
Staatsbegrooting, die van steunpunten in indië ten laste van
Indië
Hierbij zij opgemerkt, dat volgens het aangenomen beginsel de
kosten van uit- en terugzending van personeel voortaan geheel ten
laste van Nederland zullen komen, voor zoover de uit- en terug
zending niet geschiedt door middel van oorlogsschepen der Ko
ninklijke Marine. De kosten van uit- en thuisreis van deze laatste
worden door Nederlandsch-lndië gedragen, indien de schepen be
hooren tot het deel der Vloot, dat bestemd is voor den dienst in
Nederlandsch-lndië.
Leger.
Aan de hiervoor besproken uitbreiding en moderniseering zijn
uiteraard kosten verbonden. Legeruitbreiding is noodig ten be
hoeve der steunpunten en kan dus geleidelijk tot stand komen de
voorziening in het kadertekort en de modemiseering moeten echter
reeds dadelijk ter hand worden genomen.
Is de legeruitbreiding tot standgekomen dan zal deze, volgens
eene raming aan den veiiigen kant, een jaarlijksch bedrag van
7.000.000 vorderen, waarvan 1.500.000 ten laste van den
post voor militaire pensioenen op de lilde begrootingsafdeeling
(Departement van Financiën) komt, welke bedrag echter eerst na
een reeks van jaren ten volle benoodigd zal zijn. Van de restee-
rende 5]/2 millioen komt verder een bedrag van 480.000, voor
kazernebouw voor de landmacht op de steunpunten, reeds geduren
de 6 jaar voor op het Vlootbasisfonds. Werd dus de uitbreiding
15