Verplegingsbijzonderheden. Thans wil ik overgaan tot het ge ven van andere bijzonderheden betreffende verpleging. De hierbij aangevoerde getallen geven m.i. een denkbeeld van denenormen omvang der levensmiddelenvoorraden van de eerste oorlogsjaren. Tevens krijgt men een indruk v|d schier bovenmenschelijke taak, die het geheele samenstel der legerverzorging was opgelegd vooral verlieze men niet uit het oog, dat de opgaven slechts be treffen de levensmiddelenverpleging, hetwelk slechts een onderdeel vormt van de legerverzorging. We verwijzen t. z. naar nevengaande grafieken. Getallen spreken echter dikwijls zoo weinig; het zij mij daarom toegestaan de hoeveelheden nog eenigszins anders te demonstreeren. De hoeveelheid haver kan worden vervoerd met 257 schepen van gelijken bruto tonnenmaat als de „Jan Pietersz. Coen" of als men de treinwagens aaneengesloten achter elkander plaatst, vor men zij een lengte van Koeta Radja Batavia Djember (he melsbreedte). Voor de hoeveelheid versch vleesch waren benoodigd een aantal runderen, die, als zij uit de „flank met vieren" worden opgesteld en daarachter de schapen en varkens in dezelfde formatie, maar dan met zessen, eene colonne vormen waarvan het hoofd in Sitoe- bondo staat, terwijl de staart zich in Anjer bevindt. De hoeveelheid meel en beschuit wordt geïllustreerd door een cylinder, die een grondvlak- diameter heeft gelijk de hoogte v|d Utrechtsche Domtoren, terwijl de hoogte van dien cylinder zesmaal die toren is. Uit het betr. grafiek valt op te merken, welke enorme hoeveel heden paardenvoer verzonden is, niettegenstaande veel paarden kracht door motorische vervangen is en in weerwil van het feit, dat door de vorming van „Kavalerie Schiitzen compagniën" tijdens den stellingoorlog veel paarden naar het vaderland teruggezonden werden. Voorts leert men hieruit, dat het totaal benoodigde voor het paard (4.907.000 tonnen), dat van den mensch belangrijk overtreft (3.051.000 tonnen). Totaal werden dus 8 millioen ton opgevoerd, die 8 000 000 trein wagens noodig hadden. Deze treinwagens, die van buffer tot buffer 10 M. lang zijn, zouden aan elkander gekoppeld een lengte van 8000 K. M. vertegenwoordigen, of de afstand van Kaapstad tot Cairo. Deze hoeveelheden betreffen alleen hetgeen opgevoerd werd naar het veldleger, dus niet de immobie'e troepen, hospitalen, krijgsgevangenen enz., voorts is niet daarbij inbegrepen, hetgeen verzenden werd als hulp aan de bondgenooten. Ik heb geen gege vens gevonden wat het bezette gebied heeft opgebracht, wel vond ik, dat dit gebied 20 van het benoodigde graan leverde. Hoe het ook zij, bovengenoemde cijfers hebben geen betrekking op de productie van het bezette gebied. 23

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 23