Intusschen was bij een voorloopige verkenning gebleken, dat
tengevolge van den hoogen waterstand de stroomsnelheid in de
rivier abnormaal groot was. Bij een poging op 14 Maart om de
eerste stroomversnelling, 4 K. M. boven Havikeiland, per motor
boot te nemen, bleek, dat deze niettegenstaande volle kracht werd
gegeven, niet tegen den stroom was opgewassen. De Dajaksche
hoofden, die de militaire exploratie in 1914 hadden medegemaakt
en daarbij blijken hadden gegeven voor geen klein gerucht vervaard
te zijn raadden dan ook ten stelligste af bij dezen hoogen water
stand den vivresopvoer aan te vangen.
Vermelding verdient, dat in de eerste dagen van Maart een
influenza epidemie haar intocht in Pionierbivak hield, waardoor
natuurlijk de werkzaamheden vertraging ondervonden. Ook in het
tijdvak van 7 April 8 Mei verliepen enkele gevallen van influenza
met doodelijken afloop. Overigens kon de gezondheidstoestand
de ongunstige omstandigheden in aanmerking genomen zeer
gunstig worden genoemd. De expeditie Franssen Herderschee
moest wegens beri-beri en malaria overhaast terugkeeren, terwijl
ook het detachement Oppermann den invloed van deze door ont
dekkingsreizigers zoozeer gevreesde ziekte ondervond. Maar zooals
gezegd kon thans worden gebruik gemaakt van hetgeen die droeve
ondervindingen hadden geleerd.
Na aankomst van alle personeel, dat bestemd was om bij de
voorbereiding van de wetenschappelijke expeditie werkzaam te
zijn, bestond het in het Mamberamogebied aanwezige personeel uit:
Kapitein van Overeem, Kapitein Luit. t|z Kremer, Kapit. van Arkel,
Luitenant Drost, Officieren van Gez. Bijlmer en Ten Haaf, Luite
nant Mil. Adm. Kooy, Controleur B. B. Jongejans, 106 man van de
Infanterie, 1 In/, leerling-verkenner, 1 soldaat-schrijver, 6 man van
den Geneesk. Dienst, 6 man van de Gouv. Marine, 114 Dajaks,
171 gestraften, totaal 413 man verplegingssterkte.
Het op 20 Maart vertrokken vivrestransport slaagde er eerst op
21 April in de Edivallen te passeeren, waarna den 27en Batavia-
bivak werd bereikt, alwaar onmiddellijk met den bivakbouw en
den aanmaak van laadprauwen werd aangevangen, zoodat op y
Mei een deel verder vooruit kon naar Prauwenbivak om op 11 Mei
aangekomen ook daar aan den arbeid te gaan Intusschen was
natuurlijk geregeld voortgewerkt aan den vivresopvoer, welke
thans zonder ophouden moest worden voortgezet, zoolang het
verblijf in de Meervlakte en in het gebergte zou voortduren. In
de maanden Mei en Juni werd vertraging ondervonden tengevolge
van malaria en dysenterie.
Zoodra bij de verkenningen liet gebergte word' betreden, is het
zaak om uitzichtgevende pumen te bereiken om van daar te zoeken
naar de bergruggen, die in de richting van het gewenschte doel
voeren. Ongetwijfelt was het door Doorman bereikte punt in dit
opzicht prachtig te noemen en daarom was het begrijpelijk, dat
de leider er naar streefde dien Doormantop te beklimmen. Doorman
voer een zijriviertje van de Idenburg R. op in de hoop daardoor
30