een goede kans, dat er tot dichter bij den Centrale Keten wordt
doorgedrongen.
D.
7. ONTWERP REORGANISATIE VAN HET N. I. LEGER
De troep op de Buitenbezittingen.
Bij de reorganisatie van het Leger houde men wèl in het oog,
dat een principieel onderscheid dient te worden gemaakt tusschen
de troepenmacht op de Buitenbezittingen en het Javaleger.
Bij het groeien van den bestuursinvloed, is het gaandeweg
noodig gebleken op 315 plaatsen in den Archipel bezettingen te
legeren van militairen, of van het surogaat daarvoor „de Gewa
pende Politie."
Wil men nu een rustige ontwikkeling van die gewesten waar
borgen, dan zullen die bezettingen in de naaste toekomst dienen te
worden gehandhaafd. Ook in oorlogstijd zal dit het geval moeten
zijn, daar juist dan de kans op ongeregeldheden aanzienlijk
grooter is dan in gewone omstandigheden het aantrekken van een
deel dier troepen ter versterking van het Javaleger zou zeer onlo
gisch zijn 2).
Immers reeds thans is het aantal dier bezettingen, uit verkeerd
begrepen zuinigheid, zoo gering mogelijk. Het kost den Gewestelijk
bestuurders steeds de grootste moeite om de veiligheidsbezet
tingen naar behoefte uitgebreid te krijgenhet is dus duide
lijk, dat in tijden van algemeene beroering, zeker geen vermindering
van die sterkte toelaatbaar is.
Echter is de G. P. niet het aangewezen Korps om als bezetting
van de Buitenbezittingen te dienen. Reeds in 1912 betoogden
wij in het artikel „Caveant Consules" in het I. M. T. No. 1, dat dit
Korps niet aan zijn bestemming zou kunnen voldoen, omdat het
centraliseerend gezag van de krijgstucht daaraan ontbreekt en
omdat het nabootsing van de militaire macht geeft, geen
werkelijkheid 3).
Men heeft zich er thans ruimschoots van kunnen overtuigen,
dat de beschouwingen toen gegeven, geheel juist zijn gebleken,
zoodat het onverantwoordelijk mag worden geacht den toestand
te bestendigen, waarbij naast het Leger, een korps van gewapende
34
De Redactie heeft op meerdere punten eene andere meening als de S.
daarnaast bevat het opstel veel, waarmede wordt ingestemd.
Hier en daar deed zij daarvan blijken door vetdruk.
Red.
2) Zoolang we (c. q. te zamen met een bondgenoot) niet de nagenoeg
vrije beschikking over de zee hebben, is dit „aantrekken" een onmo
gelijkheid. Is het wèl mogelijk, dan moet o. i .wat het belangrijkste is
en dat is Java, het zwaarst wegen.
Red.
3) Zie ook W. J. I. K. V. 1912 pag. 57 e. v.