moeten worden achtergelaten, dat het nut van het vervoer door
dieren al buitengewoon gering is, daargelaten dat er groote kans
bestaat dat men ze niet meer terug vindt.
De G.M is nietsandersdan een verzwaard repeteergeweer en
kan ook niet anders dan als zoodanig gebezigd worden, bij ons
meent men hierin een goedkooper surogaat voor den zwaren mi
trailleur te hebben gevonden, vandaar het verstrekken van bijzon
dere opdrachten aan dat wapen en het oneconomisch vervoer op
draagpaarden.
De G. M., zoowel als de munitie daarvoor, behoort door men-
schen te worden gedragen (zooals bijv. in Zwitserland ge
schiedt). Dan alleen kunnen deze wapens tot hun recht komen,
omdat de manschappen niet opvallen in de tirailleurlinie en de
sprongen evengoed als een infanterist kunnen medemaken en de
beweeglijkheid dus dezelfde is als die van den infanterist.
Een drager kan gemakkelijk met 18 K. G. worden belast reke
nende op een dood gewicht van het draagtoestel van 3 K. G., kan
hij 15 K. G. of circa 500 patronen vervoeren.
Een sectie G. M. zou dus kunnen bestaan uit 2 schutters en 10
munitiedragers, een voorraad ruim genoeg voor een gevechtsdag.
Het spreekt van zelf dat deze menschen geen andere uitrusting
stukken dragen en deze behooren te worden vervoerd op een
draagpaard bij de bagagetrein van het bataljon.
Bereden mitrailleurs. De Divisie Commandant moet kunnen be
schikken over een snel verplaatsbare vuurreserve d. w. z. een
bereden afdeeling mitrailleurs. Het overnemen echter van een
Europeesche formatie verdient volstrekt geen aanbeveling, omdat
deze veel te log is om in onze terreinen te kunnen worden gebezigd
en bovendien een groot aantal van het voor ons zoo moeilijk ver
krijgbare Australisch paardenmateriaal vereischt.
Ook hier wordt een eigen formatie voorgesteld, t. w. de mitrail
leur en een deel der munitie worden op handpaarden, met bereden
geleider vervoerd, de rest aan munitie en gereedschappen wordt
geborgen in een ,,galopeerkar," een te ontwerpen vierradig voer
tuig, getrokken door vier Inheemsche paarden, welke van den
b o k worden gereden. De bedieningsmanschappen nemen op het
voertuig plaats.
Deze formatie veroorlooft dezelfde snelheid en beweeglijkheid
als cavalerie te ontwikkelen het gevechtsechelon, waarbij 5000
patronen per rnitr., kan zich in het terrein bewegen, terwijl de
karren zoo dicht mogelijk kunnen volgen.
Het is hier niet de plaats verder in détails te treden, slechts zij
vermeld, dat behoudens de mitrailleur zelf, al het overige materiaal
aan de A. C. W. kan worden vervaardigd.
Artillerie. Wat de Artillerie aangaat, beschikken wjj thans over
voldoende gegevens om overtuigd te zijn van de volgende feiten
In het gevecht, accoord Red.
47