2 Inl. Bats, vrijwilligers,
1 Inl. Bat. militie,
en de Brigades Makasar en Padang uit 1 Bat. Eur.- en 3 Bats. Inl.
vrijwilligers, dan zou aan Inlandsche militie noodig zijn 9 X 800
7200 man. Voorts is een getal van 10420 non-combattanten
noodig, zoodat de totale sterkte aan Inlandsche militie 17620 man
zou moeten bedragen.
Hiervan zijn echter reeds aanwezig 6258 man (Barisan van
Madoera en Legioen troepen) zoodat de nieuw op te richten militie
nog slechts een sterkte van 11362 man behoeft te hebben.
Het Leger zou dus samengesteld zijn als volgt
Eur. vrijwilligers en militie 15720 man
Inlandsche militie 17620
Inlandsche vrijwilligers -40966
Totaal 74306
In 1920 waren reeds aanwezig
Aan Eur. militie 8000 man
Aan legertroepen 39093
Aan Gewapende Politie 10053
Aan Barisan Madoera 2654
Aan Legioentroepen 3600
Totaal 63404 man.
Zonder bezwaar kon de schatkist dus een gewapende macht
van deze sterkte bekostigen het komt ons voor, dat de noodige
uitbreiding van de weermacht met 10902 man, ook nog wel zonder
gevaar voor bankroet zou kunnen worden gedragen
(Zooals hierboven betoogd zou de op te richten Inlandsche militie
11362 man sterk moeten zijn, zoodat het aantal vrijwilligers dan
met 1604 (113629758) man kan worden ingekrompen).
Wordt dus tot de voorgestelde maatregelen overgegaan, dan
zou men in het bezit komen van een behoorlijk georganiseerd
defensieleger, dat berekend is voor zijn taak, terwijl dan de bezet
ting der Buitenbezittingen van dien aard is, dat het handhaven van
orde en rust geen schijn, maar werkelijkheid kan zijn en ook de
rustige ontwikkeling dier streken gewaarborgd is.
Barisan. Een Inlandsche militie naar Westersch model is hier
echter nog niet op haar plaats.
De tijden zijn nog niet daar, dat men gaandeweg een groot deel
der bevolking kan oefenen in den wapenhandel, daargelaten dat
door het gemis aan een burgerlijken stand voor Inlanders, de moei
lijkheden voor de indeeling groot zouden zijn. Daar een militie op
de geheele bevolking gelijkelijk behoort te drukken zou bij het be-
noodigde geringe aantal miliciëns, een zonderlinge loting ingevoerd
moeten worden voor de millioenen dienstplichtigen
De kwestie, dat bij overgang van de Q. P. naar het Leger het militaire
budget wordt verhoogd, terwijl nu het civiele daarmede is belast,
komt ons te onbelangrijk voor om daarbij stil te staan.
53