van paarden getroffen, zijn zóó samengesteld, dat wel weinige
paardenartsen en nog minder Troepencommandanten er van op de
hoogte zullen zijn.
De talrijke verwijzingen maken het voorschrift bovendien moei
lijk leesbaar.
Verder zijn aan den A. B. zooveel verplichtingen opgelegd in
verband met den afvoer, dat het aan gerechten twijfel onderhevig
is of deze kunnen worden nagekomen.
Een enkele blik op de grafiek 6 is voldoende om de overtuiging
te vestigen, hoe noodig het is den A. B. van al die zoigen te ont
lasten, "waarnaar is gestreefd in de onder C. Diergeneeskundige
dienst aangegeven nieuwe beginselen.
De dienst in de verschillende inrichtingen is aangegeven in 7.
55