Verzamelplaats voor gewone paarden 36(2). Oprichting. Op last betrokken Troepen Ct. 42(1) zie ook 31(1) één per Brigade, punt aangeven. Personeel. Hulp personeel (militairen en dwangarb.) uit de G. Tn. Chef. z. m. een P. A. onder O. A. P. A. 52. Werkkring. Bijeenbrengen en voorloopig aanhouden paarden die niet bii de troepen kunnen blijven 50(1). Behandeling van paarden die na voorloopige behandeling kunnen worden afgevoerd en rechtstreeksche afvoer 53(2) noot57(1). VERBANDPLAATS 36(3). Oprichting. Op last A. B. 42(2) plaats aangeven, zie ook 38(1). Personeel. Aan te wijzen door A. B. 42(2). Personeel A. Tn. aantrekken geleiders (verplegers) 'd CheVverbandplaats machtigen beredenen, geleiders enz aan te houden, wier dieren geen dienst meer kun nen doen, bij hunne afdeeling kunnen worden gemist of deze niet meer kunnen bereiken 40(2). Chef. Een P. A. 56(1). Werkkring. Gewonde paarden geschikt maken voor den dienst of voor vervoer achterwaarts 54. Paarden die na voorloopige behandeling kunne» worden afgevoerd 57(1) b. Afvoer als regel uit verbandplaats 38(2). VELDZ1EKENST AL. 37(3). Oprichting. Bij langdurig verblijf en verspreide legering. Op last A. B. 32(3) 68(2). Als op eenigszins langdurig gebruik kan worden gerekend. Afstand tot etappe ziekenstal of perm, verpl. inr. te groot 68(2). voor 2 of meer Brigades 68(3). Personeel. Aanvankelijk uit de Brigades. Bij elders optreden tijdig ander personeel aanvragen door A. B. aan D. v. O. XI 68(4). Personeel vastgesteld door A. B. op advies O. A. P-A. 71(1). Zooveel mogelijk uit A. Tn. 71(2). Chef. Een P. A. van A. T. of buiten VI. 71(3). Materiëel. Door of namens A. B. bij tijds aangevraagd 72(1). of tijdelijk van A. T. 72 (2)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 57