64 opwaaien ook in „Uit de pers" vinden we enkele aanhalingen uit de verschillende groote bladen t. a. v. deze materie. M a v o r s M r t. '21. In „Aanvalswapens" worden meerdere gegevens vermeld omtrent de veschillende typen van tanks welke in den grooten oorlog zijn gebezigd. „Stormtroepen" behandelt het gebruik van vlammen-, granaat-, bom men- en lichte mijn-werper bijeen aanval in den loopgravenoorlog, terwijl „Aanval tegen weerstandscentra of mitr. nesten" aangeeft op welke wijze een dergelijke aanval geschiedt door een afd ter sterkte van een modern uitgeruste sectie. In het kort is het verloop als volgt: Binden door gew. mitr., onverhoedsche aanval .in flanken en rug door granaatwerpers en manschappen met gr. geweren. Uit het vervolg van het art. „Maskeeringen" zij vermeld, dat op eenigen afstand van Pa'ijs zelfs „un faux Paris" zou worden opgericht, tene:nde de vijandelijke luchtvaarders 'e misleiden bij raids gedurende den nacht. Aangegeven wordt op welke wijze spoorlijnen—stilstaande en rijdende treinen—fabrieken enz- werden nagebootst. „Een nie w Fr. gev. voorschrift" wordt vervolgdde Alg. ct. mag niet beletten, dat één der Batons te hard voorwaarts gaat, omdat dit den aanval ten goede komt en de neveneenheden ontlast. De grootste zorg moeten de afd. besteden aan de flankbeveiliging en zeker in de eerste plaats die, welke meer naar voren zijn gedrongen; deze beveiliging geschiedt door detn. bestaande uit inf., mitr, mijnwerpers en inf. geschut. Hier uit blijkt, dat de loongravenstrijd wordt bedoeld2). Doch ook in den bewegingsoorlog is de zorg voor de flankbeveiliging één der voornaamste verrichtingen van den ct., iets wat bi; ons bij manoeuvres nog wel eens uit het oog verloren wordt. De aanval moet gericht worden tegen diè gedeelten van de stelling, wier val vanzelf het teruggaan van den vijand uit de nevendeelen ten gevolge zal hebben; natuurlijke steunpunten moeten niet rechtsstreeks worden aangevallen. Het verdient aanbeveling de reserves niet te bezigen om weerstandskernen te nemen, doch om hen vooruit te zen den a c h t e r de vorderende troepen aan. Die weerstandskernen zullen vanzelf vallen. Alle wenken, welke reeds vóór den oorlog geldig waren. De voorhoede-art. zal zoodra er kans op contact met den vijand is, niet meer in col. verband, doch van stelling tot stelling voorwaarts gaan. In onze terreinen verdient zulks zeker aanbeveling, mits die art. dan van huis uit van een dekking wordt voorzien, zooals in den strijd tegen den I. V. het geval is. Het art. zal worden vervolgd. 14 OVERZICHT VAN EENIGE BUITENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. „La Rev. d'1 n f a n t e r i e J a n. '2 1 geeft een vervolg van het art. „Quelques réflexions sur le problême de la réorganisation militaire." Van de cav. wordt gezegd: „Dans le combat moderne, la cav. ne peut plus être qu' exceptionnellement une arme de choc. La possibilité de trans porter rapidement et a travers tous pays des moyens de feu puissantes. jointe a une grande capacité manoeuvrière sont les qualités distinctives de la cav." „Les chars de combat" geeft een beschrijving van de ontwikkelingsgang van dit nieuwe wapen. „Les chars de combat sont un puissant moyen d'action supplémentaire mis a la disposition de l'inf. pour l'aider dans la rude tache qui lui incombe au combat, spécialement dans l'offensive." Het aanvankelijk succes was niet groot, vooral toen in 1916 de D. de Hetgeen o. i. alleszins te begrijpen is. Als men wil samenvoegen dan liever „Marine" bij Koloniën. Red. 2) 7 Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 64