waaruit hij een goed gebruik kan maken van zijn vuurwapen. Ook moet hij zich liggende onder vijandelijk vuur kunnen in graven Een goed afgerichte troep moet zijn dekkingen kun nen voltooien in een tijdsverloop van hoogstens één nacht1) bij de instructie in het graafwerk moet men er vooral rekening mee houden, dat veldversterkingen in den regel 's nachts uitge voerd moeten worden Voor de technische uitvoering verwTjst het reglement naar de „Instruction sur l'organisation du terrain", een voor alle Wapens geldend voorschrift, dat op uitvoerige- wijze alle technische werkzaamheden, die te velde kunnen voor komen, behandelt. Wij zien dus, dat er niets nieuws bij is reeds ruim 10 jaar geleden wisten wij uit de lessen van den Russisch-Jap. oorlog, dat de genoemde verrichtingen van het hoogste belang waren,' ook voor onzen bewegingsoorlog. En toch wijdt men bij ons Hoofdwapen nog zoo uiterst weinig aandacht aan de terrein versterking! Wij hebben ons nu genoeg kunnen spiegelen aan de bloedige ervaringen der laatste oorlogen, om eindelijk eens met ernst het practisch beoefenen van veldversterkingskunst aan te pakken Een goed reglement, een goede wil, en' voldoende pioniergelden zijn de zeer wel binnen ons bereik liggende mid delen, die onherroepelijk tot goede resultaten leiden.2) He aanleg van terreinversterkingen is op zeer overzichtelijke wijze behandeld in deel IV van het handboek K. G.dat echter uiteraard in niet geringe mate om- en bijwerking behoeft 3) d. Mineurkunst en springmiddelen (Handboek K. G. deel V) Het mineeren van mijngangen en het maken van g r o o t e gemineerde schuilplaatsen behooren tot de taak der genietroepen. Behalve bij een strijd om een duurzaam versterkte stelling, zal een m ij n o o r 1 o g eerst gevoerd kunnen worden als de twee tegenstanders elkaar gedwongen hebben zich in t e graven en een krachtig verdedigde stelling in te richten, die stelselmatig naar voren wordt geschoven, totdat de 2 partijen elkaar tot 50 a 200 M. zijn genaderd. Of wij in de naaste toekomst hier op Java veel kans hebben een mijnoorlog te voeren, moet n .m. m. betwijfeld worden. Het maken van gemineerde schuilplaatsen heeft alleen zin in een stellingoorlog, wanneer het van veel waarde is om ongezien en geheel gedekt tegen vuur te arbeiden en wanneer er voldoende tijd beschikbaar is (Volgens de „Instruction sur 1 organisation du terrain" kan een ploeg van 60 man in -r -15 dagen in gewonen grond een gemineerde schuilplaats bouwen, binnenwerks breed 2 M. hoog 1 95 M.lang 12 M. voorzien van 2 trapuitgangen breed 1 M., hoog 1.95 Al Deze schuilplaats 10 K Nog eens: hoe staat het met de geoefendheid van onze Inf. in dit opzicht? ped 2) Wij zijn het er roerend mede eens. Red 3) Is onderhanden. dW

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 10