2. NOGMAALS: HET SEINEN MET SPIEGELS.
De beide artikelen over het seinen met spiegels van den
Ritmeester THOMSON in het Jimimimmer en van den Kap.
GOOSSENS in het Decembernummer van dit tijdschrift geven
mij aanleiding tot de volgende beschouwingen, in de hoop dat
zij mogen leiden tot het aanbrengen van eenige verbeteringen,
die mij in de practijk noodig zijn gebleken, niet alleen bij het
seinen met spiegels, maar bij het seinen in het algemeen, als
aangegeven in het R. O. S.
Deze wijze van berichtoverbrenging toch is n. m. m. voor den
troep en speciaal voor Infie. en Cavie, van veel belang, zoodat
de geoefendheid hierin en de resultaten er van, zoo hoog mogelijk
opgevoerd dienen te worden.
Het is vooral de laatste zinsnede van het naschrift door Rit
meester Th. gesteld bij het artikel van Kap. G., die mij tot
het schrijven van dit artikel heeft gebracht.
De beide toestellen en inrichtingen, door boven genoemde
schrijvers voorgesteld kan ik gevoegelijk onbesproken laten,
althans in hoofdzaak, daar m.i. het geweer als hulpmiddel om
de richting bij het seinen met spiegels vast te leggen behouden
moet blijven; wij Infanteristen hebben altijd een geweer bij ons,
het is een deel van den man, dat hij niet gauw zal achter
laten; dit hulpmiddel is dus altijd bij de hand" Bovendien heeft
iedere man met dit hulpmiddel leeren richten en zal dit
hiermede dus beter kunnen dan met een ander, geïmproviseerd,
hulpmiddel als door Ritmeester Th. en Kap. G. aangegeven. En
dit argument spreekt te meer, wanneer hetgeen ritm. Th. a/d voet
van blz. 1059 van het Dec. nummer zegt: n 1. „(dat) de meest
voorkomende fouten bij onze (cav?) seiners zijn, juist het niet
behoorlijk kunnen richten," juist is. Wanneer een seiner niet be
hoorlijk kan richten met twee zich duidelijk afteekenende punten
als korrel en vizierkeep, waar hij bovendien vanaf zijn indienst-
treden mede heeft leeren richten, zal hij met twee ijzeren staven
van deze richting nog minder terecht brengen.
En niet alleen als hulpmiddel bij het richten zou ik de geweren
bij de seinploegen willen behouden maar, gelijk reeds gezegd,
„als wapen", daar het m. i. de rust van de seiners, en dus
het vlugge en juiste overseinen der berichten—niet weinig zal
bevorderen; een seinploeg zonder geweren bij zich zou geheel
weerloos zijn, en dit acht ik verkeerd.
Acht ik dus het afschaffen van het geweer als hulpmiddel
niet gewenscht, toch is het aan te bevelen de in opleiding zijn
de seiners te ieeren, dat ook wel andere richtmiddelen kunnen
worden gemaakt, o a. die in de beide meergenoemde artikelen
aangegeven; dit heb ik de bij mij in opleiding zijnde seiners dan
ook reeds geleerd, maar—als regel worde bij het seinen met
spiegels het geweer gebruikt.
12