Een ander motief om het geweer als hulpmiddel te behouden
is, dat het door de beide schrijvers voorgestelde toestel alleen
op den grond te gebruiken is en b. v. niet bij het seinen
van af (of beter vanuit) daken; b. v. kan men door het wegruimen
van een paar dakpannen aan de van den vijand afgekeerde zijde
van een dak uitzicht krijgen naar de zijde van het station, waar
mede geseind moet worden, dan is dit een pracht opstellingsplaats
en zou men dit onbenut moeten laten bij het gebruik van het
voorgestelde toestel; bij het gebruik van het geweer daarentegen
kan dit gemakkelijk aan de dakribben en de rengs worden bevestigd.
Het bezwaar van het geven van een vasten stand aan het
geweer (de karabijn), waardoor het tot stand komen der verbinding
vertraagd woidt, z. a. door ritm. Th. in punt 2 van zijn eerste
artikel bij de voordeelen van zijn toestelletje genoemd, bestaat
ontegenzeggelijk, maar dit zou ik willen zien ondervangen door
het medenemen (bij de uitrusting der seinploegen) van twee
ijzeren staven, ter dikte van 11 m. M, en ter lengte van 30
c. M en waarvan een bestemd is om het geweer ongeveer ter
hoogte van den greep en de andere om het tusschen onder- en
bovenband te ondersteunen. Deze, aangepunte, staven zijn ge
makkelijk in den grond te drukken en vormen een vaste ligplaats
voor het geweer. De practijk is nu toch ook reeds, dat op deze
wijze, maar dan met houten stokken, die ter plaatse moeien worden
gekapt') het geweer wordt vastgelegd. Niet altijd is het mogelijk
die stokjes te vinden, (b. v. in een groot sawahterrein) en al
moge het misschien vreemd klinken, zelfs in onze Indische ter
reinen doet zich vaak het geval voor, dat men tot op vrij
grooten afstand zich moet verwijderen om voor dit doel geschikt
hout te vinden (b. v. in uitgestrekte ketellatuinen, op sawah's
e. d.)dit is mij reeds meermalen gebleken.
Vergis ik mij niet, dan werden deze steunen voor het geweer
indertijd bij de cav. óók gebruikt ik weet niet of ze officieel
bij de uitrusting van den seinploeg behoorden, maar de seiners
hadden ze mee, (in den zadeltasch of in de beenkappen) en men
had er zeer veel gemak van. Bij de Infie kunnen ze worden
meegevoerd in de foudralen der vlaggen, die toch ook tot de uit
rusting der seinploegen behooren of tegen den veldzak.
Het gewicht is niet noemenswaardig en weegt ruimschoots
op tegen het voordeel, dat men van die staven heeft.
De methode, in het R. O. S. aangegeven, om het geweer van
voren te ondersteunen, ri.l. met twee gebruikte bajonetten, vol
doet niet, daar hierdoor lo het geweer niet vast ligt en 2e een
groot deel van den bundel bij het gericht zijn hiervan door de
heften der bajonetten wordt onderschept, hetgeen de duidelijk
heid schaadt.
In verband hiermede ware bij de uitrusting van iedere seinploeg een
kapmes op te nemen.
13