1. BESCHOUWINGEN OVER DE ORGANISATIE EN DE AANWENDING VAN ONZE GENIETROEPEN. (vervolg) V. ONZE GENIEOFFICIEREN ALS PIONIEROFFICIER. Volgens de administratieve voorschriften voor den dienst van het Wapen der Genie wordt elk genieofficier in den luitenantsrang z. m. gedurende minstens twee jaar bij het korps Genietroepen ingedeeld. Deze tijd is net op het kantje af voldoende om bekend te raken met den dienst bij de Veldcotnpagnieën of bij de Spoorweg- en Telegraafafdeeling; ik bedoel daarmede met den inwendigen dienst bij het korps, met de compagnies administratie, zoowel als met de practijk van de pionierkunst in haar vollen omvang. Ik acht het echter beslist on mogelijk om de luitenants in die twee jaren grondig geschikt te maken voor hun zeero m- vangrijke taak als pionierofficier; immers van een goed pionierofficier moet men niet alleen kunnen eischen, dat hij zijn reglementen en handboeken goed weet toe te passen, maar ook, dat hij leiding weet te geven bij het werk; dat hij in staat is, om in onvoorziene moeilijke omstandigheden toch de hem opgedragen arbeid naar behooren te vervullen. Hij moet later, als hij in hoogeren rang bij het korps terugkomt, in staat zijn om zijne ondergeschikten in den korten tijd, die beschik baar is, goed gereed te maken voor hun oorlogstaak, in staat zijn om leiding te geven bij de studie van zijn officieren! Dit alles nu is voor den doorsnee-genieluitenant te veel om in twee jaar tijd te bereiken. Indien wij hier niet met zulk een kleine sterkte aan pioniers te doen hadden, zou een afzonderlijk korps pionierofficieren ongetwijfeld de beste waarborg geven voor een goede encadreering van de genietroepen. In de thans bestaande omstandigheden zou ik op grond van het bovenstaande wenschen, dat de luitenants en later ook de daar toe geschikte kapiteins der genie, ieder min stens drie jaar in de genoemde rangen b ij den troep werden ingedeeld. Bij het Nederlandsche Leger dient men als luitenant en ook als kapitein meestal 4 a 5 jaar bij het regiment genietroepen; bij ervaring is gebleken, dat deze tijd noodig is om goed bruik bare troepenofficieien te vormen. VI. DE TECHNISCHE VELDUITRUSTING AAN GE REEDSCHAPPEN EN MATERIALEN Het,zou te ver voeren en voor den lezer minder belangwekkend zijn, als hier alle materialen en gereedschappen werden opgesomd, die tot de velduitrusting behooren; volledige gegevens hierom trent zijn te vinden in de Genieorder 1915, No. 17. 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 1