Aan officieren zullen in het nieuwe Leger noodig zijn: Indien nu werkelijk blijkt, dat deze vermeerdering van 758 officieren niet zal getrokken kunnen worden uit een natie met meer dan drie millioen mannelijke leden, dan zou de Regeering er ten minste zonder zelfverwijt in kunnen berusten, dat zij de Koloniën geen zelfstandig bestaan meer kan waarborgen. Het is echter onze vaste overtuiging, dat deze officieren en het nog benoodigde aantal voor de vloot, zonder moeite zullen te krijgen zijn, mits dat leger en die vloot, aan de te stellen eischen voldoen en geen parodie daarop zijn. 's Lands geschiedenis is daar om deze meening te bewijzen! Reserveofficieren. Ten slotte zijn nog maatregelen te treffen, om het getal beroepsofficieren, dat zooals bekend is, in oorlogstijd snel slinkt, tijdig aan te kunnen vullen, waarom dus het insti tuut der Reserveofficieren, ook voor het Indische Leger is inge voerd. Reeds nu kan het Legerbestuur beschikken over een driehonderdtal reserve-officieren, gewezen officieren van het Leger, terwijl nog circa 300 kunnen worden opgecommandeerd om in andere betrekkingen dan bij den troep dienst te doen. Voorts is bij Dienstplichtbesluit No 70, artikel 31, reeds ka derplicht ingevoerd zocdat men uit de militie het benoodigde aantal officieren en onderofficieren zal kunnen opleiden. Hierom zal de aanvulling van het Officiers- en Onderofficiers korps geen bijzondere zorgen baren. Daar de behoefte aan aanvulling van jongere officieren het grootst zal zijn, zoo ware echter nog een maatregel te overwegen: 23 Troepenofficieren en Onderluitenans Niet inge deelde offi cieren en non-combat tanten. Toelichtingen. Infan terie Cava lerie Artil lerie Genie Veldleger Eur. off. Maréchaussee Barisan, Inl. off. Vestingbat. Soer. Vestingbat. Bat. Totaal 820 319 162 18 18 62 120 15 15 59 600 Volgens de thans be staande organisatie is de verhouding van troepenofficieren tot niet bij den troep inge deelde officieren als 1 2. Naarmate een leger groeit in getalsterkte wordt deze verhou ding gunstiger, waar om in het voorgestel de Leger het aantal niet bij den troep in- gedeelden op 600 werd begroot. 1337 62 150 59 600 Volgens tegenw. formatie aanwe zig uit. 1919 735 39 146 56 474 Alzoo te vermeer deren met: 602 23 4 3 126

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1921 | | pagina 23