Nu in Nederland persoonlijke dienstplicht en in Indië militie
en landstormplicht is ingevoerd, komt ons voor, dat er weinig-
bezwaar is om bovendien de ambtenaren B. B., de ingenieurs, de
ambtenaren van het Boschwezen en de Rechterlijke macht, be
stemd voor den Staatsdienst in Indië, tevens te doen opleiden
tot reserveofficier.
Deze zouden dan uitsluitend luitenantsdiensten behoeven te
verrichten en zoodra hunne promotiegenooten bij het Leger tot
kapitein worden bevorderd, tot den landstorm kunnen overgaan.
Zij zouden ieder jaar een maand onder de wapens kunnen
komen, waarbij het tijdstip van dienstdoen, aan den persoon zelf
kan worden overgelaten en ter vermijding van veel heen en weer
getrek, zou men hen dezen dienst kunnen doen verrichten, bij
de troepenafdeelingen op hunne standplaatsen, of bij die, welke
het dichtst daarbij gelegen zijn.
Uiteraard zouden, voor zoover zij voor eenige dagen in hunnen
dienst kunnen worden gemist, deze Reserveofficieren aan de
Brigade of Divisiemanoeuvres moeten deelnemen.
Behalve, dat de goede verstandhouding tusschen de ver
schillende categorieën staatsambtenaren daardoor bevorderd wordt,
hetgeen de goede zaak der Indische samenleving allerminst
schaden kan, waarborgt de opleiding dezer ambtenaren, dat men
een deugdelijk soort reserveofficier verkrijgt, terwijl moeilijk kan
worden aangenomen, dat de studeerende jongelingschap tegenzin
zou betoonen tegen den maatregel, of dat daardoor de lust tot
dienstname in genoemde staatsambten zal worden geschaad. Het
tegendeel mag worden verwacht, mits een ieder er van overtuigd
kan zijn, dat hij zijn medewerking verleent aan een gezonde zaak
Politieleder.
Het feit, dat noch de Nederlandsche, nóch de Indische Re
geeringen er van overtuigd schenen te zijn, dat in Indië een
behoorlijke krijgsmacht op de been behoort te wezen, om dit
tegen een aanranding te verdedigen, deed velen het denkbeeld
opperen, om dan maar het Leger om te zetten in een zuivere
politietroep, die er uitsluitend op berekend is ten eerste de al-
gemeene veiligheid van personen en goederen te verzekeren en
ten tweede, in tijden van algemeene beroering onder de ver
schillende bevolkingen, orde en rust te handhaven of te her
stellen.
Een dergelijke troepenmacht zou natuurlijk aanzienlijk goed-
kooper zijn dan een verdedigingsleger.
Dezelfde toestand als thans op de Buitenbezittingen heerscht,
zou dan cok op Java intreden, n. 1. dat over de verschillende
Residentiën brigades maréchaussée worden verspreid, die de
politiediensten verrichten en waardoor Gewapende Politie en
Veldpolitie kunnen worden gemist.
24